[BF20]
W.G. van Focquenbroch:
Eerste deel van de Thalia, of geurige sang-godin.
Tweede deel van Thalia, of geurige sang-godin.
Amsterdam: David Lindenius en Andries Vinck, 1679.


Dektitel
GRAVURE A Titelpagina A
GRAVURE B Titelpagina B

 

Dektitel, *1r:

ALLE | DE | WERCKEN | VAN | W.G.V.FOCQUENBROCH. ||

 

Titelpagina, *3r:

EERSTE DEEL | VAN DE | THALIA, | OF | GEURIGE | SANG-GODIN, | VAN | W.G.V.FOCQUENBROCH. | Fumus Gloria Mundi. | Nooyt soo volkomen gedruckt. | [vignet] | t'AMSTERDAM, | By [volgende drie regels achter accolade] DAVID LINDENIUS, in de Lombert steeg, en | ANDRIES VINCK, op de Uytrechtse straet, | Boeckverkoopers. 1679. ||

 

Gegraveerde titelpagina, *2r:

THALIA | of Geurige | ZANGGODIN, | Eerste Deel. | T'AMSTERDAM, | Bij David Lindenius, | en | Andries Vinck, ||
[Schoonebeeck fecit]

 

Titelpagina, O2r:

TWEEDE DEEL | VAN | THALIA, | OF | GEURIGE | SANG-GODIN, | VAN | W.G.V.FOCQUENBROCH. | Fumus Gloria Mundi. | Van nieuws oversien en verbetert. | [vignet] | t'AMSTERDAM, | By [volgende drie regels achter accolade] DAVID LINDENIUS, in de Lombert steeg, en | ANDRIES VINCK, op de Uytrechtse straet, | Boeckverkoopers. 1679. ||

 

Titelprent, O1r:

THALIA | of | Geurige | ZANGGODIN | Tweede Deel. ||
[Schoonebeeck f.]

 

Opbouwformule:

8o: *8(±*4,*5)(±*6), A-Z8, Aa-Ee8.
[$5 (-*1, -*2, -*3, -B5, -M5, -O1, -O2, -S5)]
± *5 gesigneerd als *4
± L4 gesigneerd als M4 
Cc4 gesigneerd als C4

paginering:

224 bladen, gepagineerd= [16], 1-208, 209-214, 215-447, [1].

± 34 gepagineerd als 50
± 35 gepagineerd als 51
± 38 gepagineerd als 54
± 39 gepagineerd als 55
± 42 gepagineerd als 58
± 43 gepagineerd als 59
± 46 gepagineerd als 62
± 47 gepagineerd als 63
± 91 gepagineerd als 61
95 gepagineerd als 93
138 gepagineerd als 183
156 gepagineerd als 154
± 172 gepagineerd met de 2 ondersteboven
388 gepagineerd als 838
± 393 gepagineerd als 363
± 411 gepagineerd als 412

 

Posities van de katernsignaturen:

De signaturen met de superscript b, behoren bij de vervangbladen.

*4 Kap heeft *4b -kap heeft [*5] om uyt
*5b huydendaegse A Bergen, A2 gantsch^
A3 de Bancken A4 de broek A5 ^gras
B wapen B2 moort B3 Kraem-vrouw
B4 packen C gillen, C2 gestalt^
C3 verstroyde C4 roepen lachte C5 oorsaeck van
D g'affronteert D2 te wagen D3 door't
D4 wel betaste D5 ontweecken, E eyndlijck
E2 mijn Liedtjen E3 bestaen E4 ontvetert,
E5 met Je F Seigneur F2 een Officie
F3 ^begraven F4 mijn leven F5 sterven uyt;
G Min gedaen. G2 ontvlieden? G3 ay, vraegh
G4 weer den G5 vermomt H wierdt
H2 Vreughd H3 verwonderingen H4 Spinne-rock
H5 beeven I oordeel I2 verbergen, of
I3 halstarrigheyt I4 mijn wondt I5 pretend
K charmes K2 que je K3 Couche,
K4 de sastreux K5 present, L Son
L2 langer duuren L3 Minnaers [L4] de Veer
L4 de Veer L5 groot geacht M is om
M3 heb; Maer M4 alsoo balt N Doctor sijn.
N2 solchen N3 je van N4 helft van
N5 ^te bringen O3 Oesters O4 scheurtjen
O5 Godtsdienstig- P teegendeel P2 soo soober
P3 heel Euroope P4 heeft doen P5 mercken
Q haer broeder Q2 aen sijn Q3 my beminde
Q4 haetlijck sijn Q5 wilt verachten R wenschen
R2 nam R3 begeven R4 Tyranny
R5 gekreegen S Bruydegom S2 weeten
S3 Jouw tronie S4 dagh T bedroeven
T2 melden, T3 geluckigh weesen T4 daegen
T5 Trompet, V2 't zy^ V3 Der manninnen
V4 Ryme klancken V5 door mijn X strafheydt
X2 gerechtigheydt X3 Lanssen breeckt X4 niet van
X5 dan andere Y asschen, Y2 losse sinnen
Y3 komen ken Y4 vous tout Y5 ontrent je
Z duysent Z2 ghy berijdt Z3 golven
Z4 Latijnsche Z5 van haer Aa voeren
Aa2 mijn gebiedt Aa3 , na huys Aa4 , en met
Aa5 -Noster by Bb ontsingh Bb2 maegschap van
Bb3 droomen lagh, Bb4 gelucken souw Bb5 door, te met
Cc in eenen Cc2 voor borst-lap Cc3 billickheydt!
[Cc4] vissen balgh Cc5 grooten schandt Dd woorden
Dd2 het Hoedtjen Dd3 ondertussen Dd4 hart genegen,
Dd5 ^was geschoncken Ee korte Ee2 Didos hooge
Ee3 weer vol Ee4 haer tijdt,

Inhoud:

Gecollationeerd a.d.h.v. exemplaar 7.

*1r
[dektitel]
*1v
[blanco]
*2r
[titelprent]
*2v
[blanco]
*3r
[titelpagina]
*3v
[korte inhoudsopgave van de eerste, tweede en derde Thalia]
*4r
Den DRUCKER tot den LEESER.
+ IN dese Eeuwe herwaers, [...]
*4v
Aen de seer Vermaeckelijcke, Doch niet minder Eerbare Juffr. SARA, Kleyn MEERKATJE van Me-Iuffr. C.S.
+ IUffrouw SARA! Och! hoe danck ik den Hemel!
*6r
Op de THALIA, Of Geurige Sang-Godin. [ondertekend "Van Bulderen"]
+ LEser, hier wordt uw beschreven,
*6v
Pour les Lecteurs DE TYPHON, c'Est a dire, Pour ceux qui ont veu celuy. De Monsr. SCARRON.
+ l'EStime particuliere, que j'ay fait toute ma vie [...]
*7r
A Monsieur G.G. de FOCKENBORGH, Sur son TYPHON FLAMAND. En vers Berlesques.
+ SCarron chantoit jadis Typhon,
*7v
Den AUTHEUR tot sich selven.
+ WAer wil dit henen Meester Fock?
A1r
TYPHON of REUSEN-STRYT.
+ ICk singh met Harp, noch Luyt, noch Orgel,
A5v
Gesangh van MERCURIUS.
TOON: La Princesse.
+ HOe Apol! is noch uw sin bedooft;
D6r
BRUYLOFS-DROOM; Verhaelt aen de Jonge Luy, Op de HUWLYX-FEEST Van Monsr. FONTEYN, En Juffr. N.N.
+ JOnge luy! wel hey, hoe gaet het?
D8r
Proclamatie vol Entrelardatie. Gedaen op de BRUYLOFS-FEEST Van Mijn Heer N.L. en Mejuffr. G.S.
+ ALs ick let op de Bruydt haer statie,
E1r
Nieuw Bruylofs-Liedt, Van een Meyer die gingh mayen in het Riedt En wat hem in het mayen al is geschiet.
Op de wijse: O Nichje waer jy der mijn Nichje niet, &c.
+ HEt souw'er een Meyer uyt mayen gaen,
E2r
BONTDIGH LIEDTJEN Op het Bontdigh Verbondt tusschen Monsr. N.N. Bondtwercker, En Juffr. N.N. Te samen door den Echt Bontdigh verbonden Anno 1661.
Op de Wijse: Meysje hoe staender jouw Ooghjes en drijven.
+ BRuygom! hoe ga Je Jouw Winckel stoffeeren?
E2v
Aen mijn HEER En Mejuffr. N.N. Op haer NA-BRUYLOFT.
+ GHy Nieugetrouwde Jonge luy!
E3v
BRUYLOFTS-DICHT, Of: Al wat je belieft. Op de Huuwlijcks-Feest van Monsr. N.N. en Mejuffr. N.N.
+ JA wel Vrundtschap N.N.
E5v
Hymens Bruylofts-toorts, Ontsteken op het Huwelijck van Monsr. A. VALCKENIER, En Me-Juffr. J. van SCHOONEVELT.
+ GOdt Hymen, die sijn Toorts trots felle winter-vlagen,
E6r
Nouvelles de ce Matin, Contees au second jour des NOPCES.
Sur la voix: Pour un seul coup, &c.
+ DE ce matin, l'Amante de Cephale
E7r
Aux NOPCES De Monsr. & de Mademoiselle N.N.
+ ORsus, reveille toy ma muse!
E8r
MISSIVE a MONSIEUR l'ESPOUX Et MADEMOISELLE l'ESPOUSE
+ MOnsieur N.N. & vous sa Chere!
E8v
KERMIS-GIFT, Aen de jongh-getrouwde Luyden Monsr. en Juffrouw, N.N.
+ WYl je nu sult huys gaen houwen,
F1v
NIEUWE-JAERS-GIFT, Aen Mejuffr. N.N.
+ 't JAer drie-en sestigh is voor by,
F2r
Op het Verjaaren Van mijn Heer en Vriendt den D.B.
+ TOen'k hoorde dat je soud Verjaeren,
F3r
Aen Mejuffr. N.N.
+ O Schoone! siet ghy niet dat ick geheel op't lest loop?
F3v
Sonnet aen PHILLIS.
+ GHy hebt het, Phillis! dan soo't schijnt, op my geladen;
F3v
SONNET.
+ OP d'Oever van een Beeck, die op sijn suchten, swol,
F4r
SONNET.
+ LAes! sal mijn onluk dan sijn wreetheyt nimmer staecken?
F4r
SONNET.
+ OP een seer hoogen bergh, omheynt met duysent rotsen,
F4v
SONNET.
+ DE donder, en de windt, en felle hagel buyen,
F4v
SONNET.
+ GHy Pyramiden, en ghy oude Wonderheen!
F4v
Aen PHILIS.
+ NOoyt stal een dief soo wel als ghy,
F5r
MADRIGAL.
+ TIrsis verruckt door't soet vermaeck,
F5v
Aen Juffr. N.N. Op haer swarte Hemts-mouwen.
+ GHy die ten minsten in uw mouwen
F6r
Op de Boesem van CLORENIE.
+ WAt aengenaem Albast, wat Marmer, of Yvoor,
F6r
Op een QUETSUUR Van het Mesje van Juffr. N.N.
+ 'k BEken ghy hebt gelyck, ô kleyn, doch straf geweer!
F6v
Aen SILVIA.
+ INdien't een misdaedt is het Godlijck aen te bidden,
F6v
MADRIGAL. Aen AMARANTE.
+ ONs beyder harten, Amarant!
F7r
GEDACHTEN.
+ HOe wonderlijck verkeert des weereldts vreught?
F7r
Op een Afscheydt.
+ BEdroefde oogen, die wel eer uw vreught kost halen,
F7v
Op een Suchje van CLORIMENE,
+ LAetst loosde Clorimeen een Suchjen in de Locht,
F7v
Op de Waejer van PHILLIS.
+ WAerom tracht gy noch meer die gene te verkoelen,
F7v
PASIPHEAS BEE.
+ WYl Pasiphe langs bergen, en langs dalen
F8r
Op het speelen van een Bataille, Aen Juffrouw N.N.
+ WAt hart is soo verhart dat niet en souw verslingren,
F8r
Aen AMERONTE.
+ MEn ontraet my u te eeren,
F8v
Aen de wagunstige CLORENIE.
+ WAngunstigh van mijn luck, ontraet gy my de liefde
F8v
Aen Juffr. N.
+ TWeemael gaf ick aen u mijn liefde en mijn hart;
G1r
Aen Juffr. N.A.
+ KOst liefde sonder hoop bestaen,
G1v
Aen PHILLIS.
+ GHy vraeght my, waerom dat ick staegh,
G1v
Aen de Oogen van Cloris.
+ O Ghy hoovaerdige vyanden van mijn rust!
G1v
Op een afscheyt aen CLORENIE.
+ WAt doolingh, laes, beheert uw sin!
G2r
Op de Schildery van Juffr. C.S.
+ DIt is de Schoonheyt self, doch maer in Schildery:
G2r
Aen mijn Nichte.
+ SChoon ick, ô Charmante Nichte!
G2r
Aen Juffrouw N.N.
+ SChoon het besit van gelt en goet,
G2v
Aen mijn Vriendt N.N.
+ WAt wenst ghy steets om gelt en goet?
G3r
Op de Oogen van PHILLIS.
+ ALs ghy my treurigh siet, ô Goddelijcke oogen!
G3v
Aen Me-Iuffrouw.
+ HOe langh sal u mijn slaverny
G4r
Aen BELISA, Op haer wederkomst van Utrecht.
+ IN't endt, mijn schoone Morgen-son!
G5r
GEDACHTEN. Op mijn Kamer.
+ HIer in dit kleyn, doch stil vertreck,
G6r
GEDACHTEN.
+ HOe onstantvastigh is't heel al!
G6v
Beschrijvinge van een Maeght.
+ SY vlucht, en vluchtende, wil sy, men haer sal volgen:
G6v
Jobs ellende.
+ DE duyvel sloegh met felle slagen,
G6v
Op Jan.
+ IS liefde dronckenschap, soo ben ick altijdt sat;
G6v
LEVER-RYM. Op de selfde.
+ DIt Levertje lyckt van geen Haring, maer van een Gier,
G7r
Ontmoetingh aen Juffrouw N.
+ HElaes! wat had ick weynigh moets,
G7r
PROGNOSTICATIE Aen Juffrouw N.N.
+ VOlmaeckte en schoone N.N.
H1r
Planeet van Mejuffrouw N. Aen haer selve.
+ NA't snuflen in mijn Almanack,
H3r
Op het Spinnen van Me-Juffr. N.N.
+ SA, waer ben je nu jy Muysen!
H4v
BRIEF Aen Me-Juffrouw N.N.
+ SInt ick lest van S.W
H6v
Op de BRUYLOFTS-FEEST, van Monsr. N.N. En Me-Juffr. N.N.
+ IN't endt, het schijnt dan, dat de Parckes
H8r
De TEMPEL der LIEFDE, Gevonden door een KOPERPFNNINCKJEN Gevallen in den Boesem van CLIMENE, Aen haer selve.
+ SChoone Climene, Soo als ick van deese morgen besich was,
I4r
De drie Ayren van de MUSQUETTAIRES Aen CLORIS.
I4r
Eerste Ayr.
+ HElaes! ick sucht en ween om niet,
I4r
Tweede Ayr.
+ VOlmaeckte Cloris! wijl u is bekent;
I4v
Derde Ayr.
+ KOst u mijn getrouwigheydt,
I4v
Simple Courant. Aen CLORIS.
+ HEel t'onrecht, beelt ghy u mijn Min,
I5r
RONDEAU a Madame.
+ SI vous vouliez, que j'ouvre franchement
I5v
Sur une Volage.
Voix: Wallis.
+ AH dieux! que la flame est Cruelle!
I5v
RECHEUTE; a PHILLIS.
Voix: La Petite Altesse.
+ PHillis! j'avois desia quite mes chaines,
I6v
Chanson a Boire.
Voix: La Gredeline.
+ CEux, que l'Amour transporte,
I6v
Courage de Fille.
VOIX: Pour un seul Coup.
+ VAn dese nacht,
I7r
Voix: Gavotte d'Anjou.
+ AMour, oyant tant renommer
I7r
a MADAME.
+ MAdame! si j'avois ceste presomption,
I7v
RONDEAU a CLIMENE.
+ EN vous aymant j'ay passe trois semaines;
I7v
SERENADE Pour la mesme
Voix: Conrante Nouvelle.
+ LAs! pourquoy me faut il languir?
I8r
RONDEAU Pour la mesme.
+ MA foy c'est trop fouffert sans esperance!
I8r
Sur le Changement.
Voix: Phillis vostre indifference, &c.
+ VIve la Nouvelle Mode,
I8v
QUADRAIN.
+ IAdis, j'avois change d'Amour, pour une Angloise,
K1r
a PHILLIS.
Voix: Courante Simple.
+ PHillis! non obstant ma douleur,
K1r
A la Mesme.
Voix: La Princesse.
+ PHillis! quand j'emois voz yeux:
K1v
RONDEAU, a la Mesme.
+ JE l'ay bien dit cent fois, que mon Amour
K2r
Sur un Coeur de Diamant, Place sur la poitrine de CLORIS.
Voix: le Grand Boure.
+ CLoris! qui brillez a la Cour,
K2r
Sur une Absence.
Voix: Courante d'Amirillis.
+ TRistes soupirs! je vous ouvre la porte,
K2v
Sur un de part a LUCINE.
Voix: La Lande.
+ BElle Lucine! Souffrirez vous ce depart?
K3r
Adieu a LUCINE.
Voix: Phillis soyez Cruelle, &c.
+ ENfin adieu Lucine!
K4r
Sur le mesme Subject:
Voix: La Contesse.
+ ORsus, mon Coeur! il faut changer:
K4r
Sur une Absence de huict jours.
Voix: Courante d'Ameronte.
+ NE pleurez pas, mes yeux!
K4r
a CLIMENE.
Voix: La Bergere.
+ A Quoy estre fidelle,
K5r
SARABANDE
+ DE faire l'Afflige envers les Belles
K5v
Sur une Absence.
Voix: La Suedoise.
+ MAlgre la rigeur de l'absence,
K6r
Sur l'Inconstance de PHILLIS.
Voix: La Galliarde.
+ L'Amour, je croy, seroit bien doux,
K6v
Sur une Absence.
Voix: Courante la Reyne Nouvelle.
+ DEpuis ce triste jour,
K6v
Voix: Courante Madame Nouvelle.
+ SOupirs trop indiscrets!
K7r
SERENADE.
Voix: Courante Monsieur nouvelle.
+ ALlez, tendrez soupirs!
K7v
Sur le jour de la Naissance De MADEMOISELLE N.N.
+ O Jour si fortune, & digne de Memoire!
K7v
A la Belle CORNELIE.
+ VOus qui liez les Coeurs, ô Belle Cornelie!
K8r
Aen CLORENIE, Op haer Vertreck.
Toon: Kersnacht.
+ MYn Schoone! wilt ghy dus vluchten?
K8r
GESANGH.
+ ICk min wel als ick wordt bemindt;
K8r
Toon: Simple Courante.
+ INdien ick dacht ô schoone Son!
K8v
Toon: La Fronde.
+ DIogenes den wyse
K8v
Op een Afweesen.
Toon: Courante la Bare.
+ ERanemite, schoone Son!
L1r
Aen CLIMENE.
Toon: Petite Altesse.
+ GEen schijn van vreugt, hoe groot en uytgelaten
L1v
CAPRICE. a PHILLIS
+ PHillis! je dis tout de bon;
L2r
SINGH-SANGH.
Toon: Phillis soyez Cruelle.
+ ICk heb het, by mijn soolen.
L2v
Aen PHILLIS.
Toon: La Gaillarde.
+ PHillis! wie kan uw schoonheyt sien,
L3r
Aen CLIMENE.
Voix: La Sirene.
+ O Schoone Son! Soo mijn trou u blycken kon
L3r
Aen CLORIS.
Toon: Simple Courant.
+ SChoone oogen! die met schoot, op schoot
L3v
Eynde der Gesangen
L4r
KLUCHT VAN DE WEYERY. Vertoont op de Bruyloft van A. VALCKENIER EN J.V. SCHOONEVELT.
L4r
PERSONAGIEN.
L4r
[de tekst van de klucht]
+ DE Weyman, wanneer hy sijn vermaeck wil soecken in eenige Vogel-jacht,
M2v
KLUCHT VAN DE QUACKSALVER. Uyt vermaeck gespeelt op de Bruyloft van een paer eerlijcke Luy.
M2v
PERSONAGIEN.
M2v
[tekst van de klucht]
+ ALs een mensch evenwel schrael in de kleeren is en mager in het gelt,
N5r
ANTWERPS GEDICHT, DEN MUNSTERSCHEN TROMMELSLACH Op den Hollandtschen Toon.
+ DEn Hollandschen Viskop
N7r
EEN HOLLANDSCHE VUYST-SLAGH; op een Brabandsche Koon.
+ EEn Antwerpse Mis-pop,
O1r
[titelprent]
O1v
[blanco]
O2r
[titelpagina]
O2v
[blanco]
O3r
KLINCK-DICHTEN, Op de GEURIGE ZANG-GODIN, Van den HEERE Dr. W.G. v. FOCQUENBROCH, Fiskael op de kust van Guinee.
O3r
Aen de LIEFHEBBERS.
+ LIef-hebbers van een klucht, en drooge snoeperyen,
O3v
Aen de JUFFERTJES. [ondertekend met "A. MOONEN."]
+ STee-Juffers, happig goet op loopjes en genuchjes,
O4r
TYMON Van LUCIANUS, Tooneelsche-wijs uytgebeelt door de saemen-spraeck deser navolgende Persoonen. [...]
+ O Jupiter! Patroon der Gooden!
R7v
Vervolgh van THALIA Of GEURIGE ZANG-GODDIN.
R7v
BRUYLOFTS-PRAETJEN, Verleent aen mijn Heer J.V.R. en Mejuffr. E. de M. Samen gehuwt op drie Koningen-dagh, Anno 1665.
+ IA wel, 'k sie jy bendt dan seper
S1v
Ter Bruyloft van Mijn Heer Mijn Heer, HENRIC NOORMAN, En Mejuffr. Mejuffr. SARA van LOENEN, Te samen in den H. Echt verbonden op den 1 van Bloeymaent, 1667. [ondertekend "Fumus Gloria Mundi"]
+ NAuw'lijcks wil de krijgh gaen enden,
S3r
Op GRIET.
+ GRiet seydt, sy leendt haer buyck alleen maer aen haer vrinden,
S3r
Op KEES.
+ KEes Hoddebeck voert steets, waer dat hy is, het woort,
S3r
d'Onreyne Geest.
+ VAn Lijsjes Voeder-vat sprong lest het boomgat open;
S3r
Aen een Vrager.
+ GHy vraeght uyt wat voor reen, dat ick de Stadt uyt vlie?
S3v
Graf-schrift van een Hoornbeest.
+ INdien't gehoorent volck (de Heer die zy haervriendt)
S3v
Op een blinde Cupido. Aen Climene.
+ WAerom staet hier de min dus blindelingh gedreven?
S3v
Aen een Stinck-muyl.
+ GHy tiert, en raest, om dat uw Hondt
S3v
Graf-schrift.
+ HIer leyt een fijn-man, die wel eer
S4r
Yets geurighs, Op de promotie van mijn Heer mijn Heer J.V.B. Geworden MED. DOCT. 3.May 1665. binnen Uytrecht.
+ APoll, na hy wat had ontbeeten,
S5r
SARABANDE.
+ SI vous m'aymez autant que je vous ayme,
S5r
Op de Vinger-hoedt van Phillis.
+ VInger-hoetje! die de Vinger
S5v
Op Amsterdam.
+ 't GElt-suchtigh Amsterdam met al haer soete keyers,
S6v
Gesangh.
+ INdien ghy u seght te branden
S6v
Teegen-Sangh.
+ SOo ghy ooyt, ô vrind! wild minnen,
S7r
TOE-SANGH.
+ WAt kan d'ydle schoonheyt baeten
S7v
Gedachten. Op het afzijn van Climene
+ IN't endt, mijn Son die is verdweenen,
S8v
Psalm XVI. Satiabor cum apparuerit Gloria tua.
+ IN't Rijck en schoon Egypten-landt,
T3v
Aen Climene,
+ CLimeen! uw afzijn doet my sterven:
T4r
GRAF-SCHRIFT, Van den manhaften Capiteyn PRUYST. Over het veroveren van 4 damp-rijcke Scheepen.
+ DEn Staert-man kermt en klaegt van ramp,
T4v
Op een Afzijn.
Voys: La Duchesse Royale.
+ INdien, ô Goddelijcke maeght!
T5r
SARABANDE. Aen Phillis.
+ INdien ghy my, gelijck ick u, beminde,
T5r
SONNET. In form van Courant, of Post-tijdingh.
+ GRaef Maurits gaet in't veldt, en sal den Bisschop stuyten,
T5v
BRIEF, Aen mijn Heer en Vriendt, N.N. [rijmbrief]
+ HEer N.N. Op mijn bee Vraegh ick dy
T6r
SONNET.
+ TE dencken dat in't endt mijn staet eens sal verkeeren,
T6r
Bewijs van Maeghdom aen Juffer, N.N.
+ INdien de aengenaeme Roosen,
T7r
TAERT-VERMANINGH, Aen Juffr. Ariaentjen N.
+ 'k SOuw, ô Juffrouw Ariaentje!
T7v
A UNE DAME. Sortant de son lict.
+ COme la rougisseante Flore,
T8r
BRIEF, Aen mijn HEER N.N. [rijmbrief]
+ JOncker-heer N:! Die verhuyst Zijt van Deft,
V1v
VERJAER-VEERS, Aen Mejuffrouw N.N. Juffrouw J.W:
+ GHy, die mijn Dochter van papier,
V3r
BRIEF Aen mijn Heer van BRANDWYCK, &c. Over sijn Avondtschoolen DE Remedio Amoris. [rijmbrief]
+ HEer van Brandwijck! Hof, en Landrijck,
V4v
Aen de twee handighste Stijftertjes des weerelts.
+ SA, waer zyn Je styfsel-potten?
V5r
REECKENINGH Van gedaene visitatien aen Mejuffer, N.N. in haer sieckte
+ MYn min, die't Doctorschap (door lang by my te woonen)
V5r
Aen CLIMENE.
Voix: Chere Friponne, &c.
+ SAl ick u dan hooploos beminnen,
V5v
La Tricarville.
+ DIe uw schoonheydt niet bemindt,
V6r
Aen CLIMENE.
Voix: La Baptiste.
+ ACh! hoe langh sal mijn Climene
V6v
Nieuw-Jaers-Gift. Aen Climeene.
+ CLimene! ach, mijn waerde Son!
V6v
GRAF-SCHRIFT, Van M. F.
+ VAn Mr. F. leydt't lichaem in dees kas;
V7r
ANDER.
+ ICk ben de plaets die't Rif van Mr. F. begryp.
V7r
ANDER.
+ HIer leydt in't onder-aerdsche hock,
V7r
Aen CLIMENE,
Voix: l'Isabelle.
+ IN't endt schoone Climene!
V7v
GEDACHTEN Aen't Noodlot.
+ O Noodtloot! was's uw wil in't endt;
V8v
Aen CLIMENE. op haer vertreck.
+ IN't endt mijn schoone! ghy vertreckt;
X1r
Aen Climene.
Voix: la Contesse.
+ GHy seght Climeen! dat ghy my mind:
X1v
AEN MEJUFFER, N.N. Op haer Musieck-kunst.
+ UW aengename keel, gehuwt aen't snaer-geluyt,
X2r
VOOR CLIMENE.
Voix: Conrante la Reyne nouvelle.
+ O Treurige eensaemheydt!
X2v
SONNET.
+ TOen Midas eyndelijck sijn wensch verkregen had,
X2v
YETS OUDTS Op een NIEUWE BRUYLOFT, Van Monsr. G. V. E. En Mejuffr. M. M.
+ SChoon dat Mars, als uytgelaeten,
X4v
Aen CLORIMENE.
+ WIlt ghy niet dat ick om uw sucht,
X4v
AEN DE SELFDE.
+ HElaes! hoe is die dagh van gistren my bekoomen!
X5r
ZEEGEN-ZANG Der neegen Musen, Over den gedempten hooghmoedt der Engelschen, in't Jaer 1666. Dite fummoveant, ô Nostri Infamia secli Orbe suo; Tullusque tibi Pontusque negetur. Ovid.
+ TOen Engeland wel eer in Cromwels tyen,
X8r
SARABANDE. Pour Phillis.
+ SI je voudrois vous chasser de mon ame,
X8r
Aen CLORIMENE.
+ TOen ick u lestmael by de Lelyen en Roosen,
X8v
Aen CLORIMENE.
+ SOo ghy een hart had, als het mijne,
Y1r
Aen CLORIMENE.
Toon: Courage.
+ TOen ick eerstmael heel gewond,
Y1v
VOOR DE SELFDE.
+ ICk minde Clormeen een weynigh, in't begin;
Y1v
Aen CLORIMENE. SONNET.
+ TOen u mijn suchten steets mijn liefde quamen melden,
Y2r
Aen CLORIMENE.
+ VAert wel, lichtvaerde Clorimeen!
Y3r
Aen de lichtvaerdige. CLORIMENE. Verdubbelt Rondeel.
+ DAt hy uw minnaer was, ô dartle Clorimen&ecric;!
Y3r
BRIEF Aen JUFFER N.N. [rijmbrief]
+ GEdoogh, ô Schoone! dat mijn pen
Y4r
RONDEAU REDOUBLE a Silvie.
+ DEpuis ce jour fatal, que je vous vis, Silvie!
Y4v
RESPONSE de SYLVIE, Sur le rondeau precedent.
+ NOn, non, n'appelez pas fatal, ce jour heureux.
Y5r
Aen JUFFROUW N. N.
+ HOe sal ick best u lof verhalen?
Y6v
BRIEF aen Mejuffer N.N. [rijmbrief]
+ SInts ick mijn afscheyd laetst heb van uw oog genomen,
Y7v
VOOR-VAL.
+ DE goeje Amyntas sat laetst by sijn Clorimene,
Y7v
SONNET.
+ HOe souw ick oyt uw gunst, ô schoone Clorimeen,
Y8r
Op de swarte tanden Van JUFFER, N.N.
+ U Mond een schoorsteen van een rey berookte tanden,
Y8r
BRIEF Aen CLIMENE. [rijmbrief]
+ NA ick lest By de Vest Van uw Stadt Scheepwaert trad
Z1r
Voor CLORIMENE.
+ TErwijl de dartle Clorimene
Z1r
Aen den Poeet N.N.
+ BEdroefde bastaert van Apol!
Z2v
Lydia aen Philidas.
+ DE schoone Lydia die suchte, weende, en brande,
Z4r
DE AENEAS Van VIRGILIUS. In sijn Sondaeghs-pack. EERSTE BOECK.
+ ICk, die met harp, noch luyt, noch orgel,
Ee5r
INDISCH VREUGDE-LIEDT.
+ WIe wil hooren singen van vreugde een nieuw liedt.
Ee7r
Japanse DROOM.
+ OP een tijdt, op een tijdt
Ee8v
[blanco]

Aantal tekstregels:

39 (B1r).

Gecollationeerde exemplaren:

1-
Amsterdam:privecollectie P. Kroone
opbouw: *8, A-Z8, Aa-Ee8
2-
Amsterdam:Toneelmuseum 57 B 78:1
opbouw: *8, A-Z8, Aa-Ee8
provenance: K.P. Jorna
3-
Amsterdam:UB@@ 688 K 13:1
opbouw: *8, A-Z8, Aa-Ee8
4-
Brussel:KB@@ II 19483 A
opbouw: *8, A-Z8, Aa-Ee8
5-
Brussel:KB III 95305 A
opbouw: *8(-*1), A-Z8, Aa-Ee8
6-
Den Haag:KB@@ 788 H 8
opbouw: *8, A-Z8, Aa-Ee8
7-
Den Haag:KB@@ 30 K 1:1
opbouw: *8, A-E8(-E3),F-Z8, Aa-Ee8.
8-
Haarlem:SB@@ 79 E 1:1
opbouw: *8, A-Z8, Aa-Ee8
9-
Leiden:UB 1200 E 25
opbouw: *8, A-F8, G16, H-Z8, Aa-Ee8
Het G-katern bestaat uit twee op elkaar geplakte vellen, die samen als één normaal vel vormen.
10-
Leiden:UB 1260 F 22
opbouw: *8(±*4 en *5)(± *6), A-F8, G16, H-Z8, Aa-Ee8
11-
Leidschendam: privecollectie H.P.J. Helwig
opbouw: *8, A-D8(-D7), E-Z8, Aa-Ee8
12-
Leuven:UB@@ 5 A 5170
opbouw: *8, A-Z8, Aa-Ee8
provenance: A. vande Plas
13-
Nijmegen:UB 433 C 193
opbouw: *8(-*1), A-Z8, Aa-Ee8
14-
Utrecht:UB@@ 95 H 3
opbouw: *8, A-Z8, Aa-Ee8
15-
Santpoort-Zuid: privé-collectie (13-12-2015)
opbouw: *8, A-Z8, Aa-Ee8

Niet gecollationeerde exemplaren:

1N-
Minneapolis: University of Minnesota

Varianten:

=a binnenvorm C-katern
  I 34, 35, 38, 39, 42, 43, 46, 47
gepagineerd als respectivelijk
50, 51, 54, 55, 58, 59, 62, 63
ex. 6, 9, 10, 14
  II 34, 35, 38, 39, 42, 43, 46, 47
correct gepagineerd
ex.1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 11, 12, 13, 15
=b binnenvorm F-katern
  I 91 gepagineerd als 61 ex.1, 2, 5, 13
  II 91 correct gepagineerd ex.3, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 14, 15
=c binnenvorm L-katern
  I L4 gesigneerd als M4 ex.4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 14, 15
  II L4 correct gesigneerd ex.1, 2, 3, 5, 13
=d buitenvorm L-katern
  I 172 gepagineerd met de 2 ondersteboven ex.4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 14, 15
  II 172 correct gepagineerd ex.1, 2, 3, 5, 12, 13

 

Commentaar:

Dit is de eerste editie die werkelijk alle eerder afzonderlijk gepubliceerde teksten bevat en er is met recht sprake van 'alle de wercken'. In tegenstelling tot de Boekholt-editie, die dit ook claimt, bevat deze wel de Afrikaense Thalia en De verwarde jalousy (zie BF21 en BF22). Lindenius en Vinck hebben zelf geen editie van De min in't lazarus-huys uitgegeven, maar daarvoor andere edities opgekocht en bijgevoegd. Dit is duidelijk hun opzet geweest, want zij hebben wel een titelprent voor De min laten maken, die zij voor de elders gekochte editie inplakten. Als bijgebonden editie komen de nummers BF13 (slechts één maal), BF14 en BF19 voor. Zie ook de beschrijvingen van deze edities.
De bibliografische eenheid die hier beschreven wordt bevat de vijfde druk van de Thalia en de vierde van het Tweede deel van Thalia.
Het is zeker dat de Boeckholt-editie van 1675 (BF15 en BF16) als kopij voor deze editie heeft gediend. Niet alleen is de inhoud overeenkomstig (met b.v. "Den drucker tot den leeser" op *4r, een inleiding die van Boeckholt afkomstig is), maar zelfs de typografie is nauwkeurig gevolgd. De kopjes hebben kapitalen waar die in de kopij ook zijn en hetzelfde geldt voor cursievering (zie b.v. BF19 D6v en BF15 E5v). Wel is de tekst in deze editie over het algemeen beter over de pagina's verdeeld, hoewel ze gedeeltelijk precies parallel loopt (vgl. BF19 E2r e.v. met BF15 F1 e.v.).
Veelzeggend is ook de foutieve katernsignatuur op L4r. De signatuur M4 die hier staat, staat correct onder de overeenkomstige tekst in BF15. De tekst van de kluchten loopt trouwens weer pagina voor pagina parallel.
Enkele kleinere zetfouten zijn hier verbeterd, maar sommige zijn klakkeloos overgenomen. De tekst van tweede Thalia zitten wat meer varianten t.o.v. BF16. Zo is hier de contaminatie van de twee liederen (hier op X1r en X2r) opgelost. De gewijzigde volgorde van BF16 blijft. Verder is de eerste regel van "Sonnet in de form van courant, of post- tijdigh" (T5r) foutief verbeterd: was oorspronkelijk "Graef Maurits is in 't veld, en wil den Bisschop stuyten." (BF10 E6r), in BF16 F3v "Graef Maurits in't veldt, en den Bisschop stuyten." is nu "Graef Maurits gaet in't veldt, en sal den Bisschop stuyten,". Ook is opvallend, dat de kop van "Zeegen-zang der neegen Musen" (X5r) uitgebreid is met "in't Jaer 1666", dat verder in geen bron voorkomt. Er is in ieder geval onbekende kopij in het spel van het gedicht op S1v "Ter bruyloft van mijn heer, mijn heer Henric Noorman [etc.]", dat hier voor het eerst voorkomt.
De titelpagina van de tweede Thalia op O2r is opgebouwd uit staand zetsel van die van de eerste Thalia: zie de beschadigde S in "SANG-GODIN" en de eerste O in "FOCQUENBROCH".