Afdrukken

Als je in Soest woont en een 10 km loopje wilt doen, is de Hunzerun in het Drentse Annen niet de meest voor de hand liggende wedstrijd. Toch ben ik daar van start gegaan. Dat ging zo:

Tijdens een literatuurles die ik in 5 VWO gaf, moest ik van het lesboek “Gedicht over de Drentse A” van Rutger Kopland behandelen. Ik kende dat gedicht niet, maar ik vond het geweldig. Dat is een van de leuke dingen van het voor de klas staan. Als docent leer je ook van alles. Ik was, hoewel dat gedicht natuurlijk niet echt over de Drentse A gaat, wel benieuwd geworden naar dit natuurgebied dat Kopland zo inspireerde en waar hij eigenhandig een bruggetje over deze laatste natuurlijk meanderende rivier van Nederland had gemaakt.

Kort hierna kreeg ik via e-mail een aantal aanbiedingen van een reisorganisatie, waaronder 50% korting op een arrangement in Fletcherhotel Zeegser Duinen. Dit hotel bleek in het natuurgebied ‘De Drentsche Aa’ te liggen.
Dan ga je natuurlijk kijken of daar in de buurt nog meer te doen is. En ja hoor, op zondag 14 juni zou in Annen, op 7 kilometer fietsen van het Fletcherhotel, een hardloopwedstrijd over 5 en 10 kilometer gehouden worden.
Dus ik boekte het hotel voor dat weekend en schreef mij in voor de wedstrijd.

Zo reisden mijn vrouw en ik 13 juni, met twee fietsen zonder trapondersteuning achter in de auto, af naar Zeegse. Dat is nog best een eind rijden. In het hotel werden wij vriendelijk ontvangen. We hadden een nette redelijke ruime kamer met uitzicht op de bosrand. De styling was behoorlijk zeventiger jaren, ik denk zelfs nog origineel, doch goed onderhouden. Dat gold eigenlijk voor het gehele hotel, op één ding na.

Nadat dat wij de omgeving (Schipborg, Zuidlaren) even verkend hadden op onze fietsen zonder trapondersteuning, wilden wij ons opfrissen onder de douche. Zoals in de meeste hotels had onze kamer bad en douche gecombineerd. Voor mij hoeft zo’n bad niet, maar nu waren we er op aangewezen. De badkraan bleek het namelijk prima te doen, maar als je overschakelde op water via de douche, bleef er slechts een armetierig straaltje over. Er zat waarschijnlijk een breuk of ander blokkade in de doucheslang.
Op weg naar het diner in het restaurant, meldden wij het defect bij de receptie. Ze beloofden er direct werk van te zullen maken en pakten meteen de telefoon.
Het dinerbuffet, dat in het arrangement was inbegrepen, was echt heel goed. De drankjes waren natuurlijk extra en dan betaal je direct de hoofdprijs, zoals 3,50 voor een fles leidingwater. Maar je weet natuurlijk dat het zo werkt.

Na een prima nachtrust en een uitstekend ontbijt gingen wij weer een toertje maken op onze fietsen zonder trapondersteuning. Dit keer in meer zuid-oostelijke richting: Gasteren, Ballo, Rolde, Anderen, Eext, om op de terugweg alvast mijn startnummer op te halen in Annen. Het is echt een prachtige omgeving met mooie fietspaden, maar in de dorpjes en zelfs bij de voorbereidingen van de wedstrijd is het oorverdovend rustig.

We hadden nog een dik uur voor de start van de wedstrijd om vijf uur en besloten nog even terug te gaan naar het hotel om om te kleden en wat uit te rusten. We hadden tenslotte net 50 km gefietst zonder trapondersteuning.
Het startnummer bleek een stevig herbruikbaar nummer te zijn van “rabocupassenennoorddrente”. Dan moet je toch wel drie keer kijken wat daar nu staat. Terwijl ik mij omkleedde, controleerde mijn vrouw hoe het met de douche was. Niets aan gedaan.
Dus weer even langs de receptie, waar ze zeiden niets te weten van onze eerdere melding, maar er direct werk van gingen maken.

Na een kort ritje op onze fietsen zonder trapondersteuning was ik net op tijd voor de start. Echt tijd om in te lopen had ik niet, maar als triatleet moet ik een fiets-loop-wissel goed aankunnen.
De vijf en tien kilometer was gecombineerd in één start. We telden met z’n alle af: drie, twee, een, en daar gingen we.
Zoals vaak bij dit soort lokale loopjes ligt het niveau vrij hoog. Pretlopers zoeken vaak de wat grotere evenementen op. De kopgroep was binnen de kortste keren uit zicht en ook in het peloton lag het tempo hoog. Maar dat moet kunnen op de 10 km, vond ik.
Na een kleine kilometer waren we het dorp uit en gingen we door een tunneltje onder de provinciale weg door het bos in. Dat wist ik natuurlijk, want ik had als goed militair van te voren kaartstudie gedaan. Maar kennelijk ben ik toch niet zo’n goede militair, want de fraaie fietspaden die ik in het bos verwachtte, bleken rulle zandpaden te zijn met aardig wat niveauverschil. Dat breekt je natuurlijk op als je je tempo niet laat zakken.
Het eerste slachtoffer daarvan lag, volgens mijn Garmin, op 2,8 km langs het pad. Een vrouw van rond de dertig lag hevig te hyperventileren en was onaanspreekbaar voor de drie lopers die haar te hulp waren geschoten. Ik besloot snel door te lopen en de wedstrijdleiding in te schakelen. Zo’n 600 meter verder, bij een lusje naar een keerpunt, trof ik de eerst volgende parcourswacht. Ik liep naar hem toe, ondanks dat hij mij met alle geweld rechtsaf af naar het keerpunt wilde hebben. “Er is EHBO nodig op 2,8 kilometer. Is daar al voor gebeld?” Maar in Drente krijg je een parcourswacht niet zo gauw gek. “Ja, ja, dat ga ik zo doen.”

Nu ik toch al de longen uit mijn lijf had gelopen, besloot ik in ieder geval de eerste ronde in dit tempo af te maken. Na het tunneltje was het weer redelijk vlak en bestraat en zo lukte het mij nog om de eerste ronde binnen de 23 minuten te voltooien. Mijn vrouw stond bij de finish aan het parcours en riep mij toe dat het heel goed ging. Zij keek dus wel even op toen ik na de doorkomst stil viel en rustig naar haar toe kwam wandelen. Ik vertelde het verhaal van de zandpaden, het slachtoffer en de parcourswacht en dat ik de eerste ronde veel te snel had gelopen. “Stap je uit?” “Nee, dat niet.”
Aangezien ik de tweede ronde én gewaarschuwd én bijna verzuurd was, heb ik deze in rustig duurtempo uitgelopen. Finishtijd 51:42.
En dan nog even een klein stukje uitfietsen zonder trapondersteuning.

In het hotel bleek helaas dat de douche nog niet gerepareerd was. Dan moet je dus in bad in je eigen zweetwater gaan liggen en je kop helemaal onder water duwen om je haar te wassen.

Bij het uitchecken op maandagochtend vroeg de receptionist of alles naar wens was geweest. “Nou, bijna. Maar we hebben toch wel één klacht. Wij hebben tot twee maal toe gemeld dat onze douche defect was, maar daar is niets aangedaan en we hebben ook niet gehoord of er überhaupt naar gekeken is.” “Oh, dat kan ik u wel vertellen. In het weekend is onze technische dienst er niet.” “Maar dan kan men ons dat toch laten weten en eventueel een andere oplossing verzinnen.” “Ja, daar heeft u helemaal gelijk in. Ze hadden u een andere kamer aan moeten bieden. Ik ga daar een notie van maken en u hoort nog van ons.”

Twee dagen later hadden wij nog geen reactie op onze klacht, maar wel een e-mailtje waarin ons werd gevraagd om een beoordeling. Wij reageerden dat het over het algemeen prima was, maar dat er niet goed was omgegaan met onze klacht over de douche. De webcare-afdeling liet ons weten onze klacht te hebben doorgestuurd naar Fletcher Zeegser Duinen en dat we binnen vijf werkdagen een persoonlijke reactie van de manager zouden krijgen. Dat is nu twee weken geleden. Nog niets vernomen. Wanneer werken ze daar dan?

Flechter Zeegser Duinen verdient een schop onder z'n hol, met trapondersteuning.