Afdrukken

[BF21]
W.G. van Focquenbroch:
Afrikaense Thalia, of het derde deel van de geurige zang-godin.
De verwarde jalousy, Blyspel.
Amsterdam: David Lindenius en Andries Vinck, 1679.


GRAVURE Titelpagina A
Titelpagina B

Titelpagina, Aa2r:

AFRIKAENSE | THALIA, | Of het | DERDE DEEL, | VAN DE | GEURIGE ZANG-GODIN. | Door Willem Godschalck van Focquenbroch, in | sijn Leven, Fiscael aen de Gout-kust van Guinee, | of het Noordt-gedeelte van Africa. | Fumus Gloria Mundi. | Of | Des Werelts Glory is maer Roock: | En, Roock is 's Werelts glory oock. | Vermeerdert en Verbetert. | [vignet] | t'AMSTERDAM, | [__] | By DAVID LINDENIUS, en ANDRIES VINCK, | Boeckverkoopers, 1679. ||

Titelprent, Aa1r:

W.G.V Focquenborchs, | AFRIKAANSE THALIA ||

Titelpagina, Oo5r:

DE | VERWARDE | JALOUSY, | BLY-SPEL. | Fumus Gloria Mundi. | [vignet] | t'AMSTERDAM, | [__] | By David Lindenius, en Andries Vinck, | Boeckverkoopers. 1679. ||

Opbouwformule:

8o: Aa-Pp8.
[$5 (-Aa1, -Aa2, -Aa4, -Bb5, -Oo5)]

Paginering:

120 bladen, gepagineerd= [16], 1-200, 201-202, 203-223, [1].
± 49 gepagineerd als 4
± 82 ongepagineerd

Posities van de katernsignaturen:

Aa3 gesneen, Bb aen het sacken Bb2 inde Wallen
Bb3 onderwylen? Bb4 wist te roemen Cc vergeefse Klop
Cc2 Knort een Bas, Cc3 de Boecken, Cc4 deerelijcke hacken
Cc5 suur an Dd heeft verhoort. Dd2 besem-stocken
Dd3 dicke vaght Dd4 Hoven slaeckt Dd5 nooden,
Ee ghy jonge Ee2 hangen, Ee3 Hemel
Ee4 vervallen, Ee5 van, noch Ff stracks
Ff2 sijn Form Ff3 lijck wel Ff4 gestuyt.
Ff5 uw strafheyd Gg kreupels kiesen Gg2 voor al mijn
Gg3 groote gelijcke- Gg4 sijn Meulen, Gg5 vruchten
Hh U>dese dood Hh2 neergebogen knien Hh3 en gewis
Hh4 van haer scheyd Ii practiseeren Ii2 verwondering
Ii3 geen in't Ii4 macht sien Ii5 sie met^
Kk -derly manieren Kk2 wensch te dienen Kk3 beklaeght heb
Kk4 doen beschijten Kk5 u contendeeren Ll geweldigh onder
Ll2 daer met fatsoen Ll3 het sachtruys- Ll4 hebben,
Ll5 aen't Y beschouw Mm Orangie, Mm2 Wat aengaet
Mm4 Olyfants Mm5 Water, of Wyn Nn spelen wierden
Nn2 Lendens doorboort Nn3 Dienaer, en Nn4 onderdanen
Nn5 Minnaers Oo Huyshouding Oo2 Geberghte
Oo3 hoe hoogen Oo4 maer soo Pp men sou
Pp2 daedlijck Pp3 hebt soo Pp4 Handelt
Pp5 smart te doen

 

Inhoud:

Gecollationeerd a.d.h.v. exemplaar 10.

Aa1r
[titelprent]
Aa1r
[blanco]
Aa2r
[titelpagina]
Aa2v
Op de TYTEL-PLAET.
+ DEes Juffer die ghy hier dus treurich siet bekleet
Aa3r
Op de AFRIKAENSE THALIA Van W.G. van Focquenbrog.
+ Sta by nu Rymers, en Poeten:
Aa4v
Op het Selfde.
+ LIefhebbers die eer Focqs gesangen
Aa5v
Treurigh Af-scheydt-Sangh. Op het vertreck van mijn Waerdtste Vrindt Dr. W.G. van FOCQUENBROCH, Na GUINEA.
+ WAt musa helpt my thans eens kryten?
Aa8r
RONDEEL Op een PRUYCK.
+ NA Focq sijn Harsen-Schael verydelt was van Hayren,
Aa8v
AEN DEN LESER.
+ SChrick niet Vrinden, dat ghy dit laetste deeltje [...]
Bb1r
DE AENEAS, Van VIRGILIUS In sijn Sondaeghs-pack. TWEEDE BOECK.
+ ELck sweegh en hield terstont sijn kaken,
Ee8v
Vervolgh Van de AFRIKAENSE THALIA Of GEURIGE ZANG-GODDIN, [...]
Ee8v
MINNE-STRIJT, Tusschen Moeder, en Dochter, om de Posessie van mijn Hart.
+ HElaes hoe is mijn hert in pijn!
Ff2r
Op het vereeren van een Kermis-Haentje aen Juffr. N.B.
+ IS't dan omje vinger-hoedt,
Ff2v
Aen Juffr. N.N. Hem tot Kermis een Oudt Besje vereert hebbende.
+ Heer wat is je Besje kribbigh,
Ff2v
Op het senden van eenighe Boeckweyten Koecken.
+ 'k SEnd mijn Heer en Juffrouw Spaers,
Ff3v
Tegen het beklach over de Boeck-Weyte Koecken, verbetert met een Hoen, en vier Kuyckens.
+ IMmers sult ghy my bekennen;
Ff4r
Op het Trouwen.
+ Tappen, dichten, en het trouwen,
Ff4v
Bruylofs-Dighje aen Monsr. Baars.
+ Bloemenhart dat is een sootje!
Ff4v
Aen Climene.
+ MYn schoone Son, wilt ghy dan vluchten,
Ff5r
Aen Clorimeen.
+ WIlt ghy niet dat ick om u sucht,
Ff5r
Aen Jan.
+ IAn seyt dat hy stracks mijn gesontheyd heeft gedroncken,
Ff5r
Aen Phillis.
+ PHillis de gansche stadt roemt wel uw Godlijckheydt,
Ff5v
Bruylofts Rondeel.
+ 't IS voor de Bruyt en u ^o Bruygom meede,
Ff5v
Minne-Klacht. Van Leonora.
+ WIe souw op een Minnaer bouwen,
Ff6r
Aen Phillis.
+ WAt baet my mijn stantvastigheyd?
Ff6v
Op Dr. Jan.
+ NEen Jan, jy sult wel bedyen,
Ff7v
Op het vereeren van een Diamantje Aen Juffr. N.N.
+ DE trouwste Minnaer van het Landt
Ff7v
Bruylofts-Sangh.
+ O Bruyd'gom! die de Troon, nu van't geluck gaet naed'ren,
Ff8v
Verbaesde Klachten Aen 't Nootlot.
+ O Droevig nootlot 't geen my steets! op nieuws doet suchten!
Gg1r
Aen Phillis.
+ Trots al het lijden van mijn hart,
Gg1r
Klachte over de ontstantvastigheyt van Climene.
+ DE Schoone Venus mindt Vulkaen,
Gg2r
Op het afweesen Van Phillis.
+ VErsteken van de Son, die my wel eer verlichte,
Gg2r
Minne-Klacht.
+ WAerom volght men de min, so't niet is dat men meyndt
Gg2v
Op het Snarenspel van Mejuffr. S.L.T.
+ ORpheus trock wel eer, door't lockend snaer geluyt
Gg2v
Spes mea fumus est.
+ WYl ick, dus sit en smoock een Pijpjen aen de haert,
Gg2v
Sonnet op een Pijp, die hy niet Aen kon houwen.
+ O Goude Son! wiens licht noch noyt is uyt gegaen,
Gg3r
Verheeve Gedachten.
+ MYn sinnen, en mijn ziel, waer dwaelt gy buyten westen?
F3r
Op een Spiegeltje van Mejuffr. M.H.
+ O Glas! het welck so vaeck de schoonheen komt vertonen,
Gg3v
Aen N.N. Op sijn Versoeck om een Vaersje.
+ BEnje dan aen Mossel-schelpen,
Gg3v
Ongeluckkige Vis-Tocht.
+ 'k SIe wel vrinden 't sel niet lucken,
[sluit af met "Siet de rest in't eerste deel van Thalia Fol.132."]
Gg5r
Bruylofts-Gesangh.
Toon; La Lande.
+ IS'er een Vreughde,
Gg5v
Op de Oogen van Cloris.
STEMME: La Duchesse.
+ WAer bleeck immermeer de Min,
Gg6r
Toon: Hebbense dat gedaen.
+ ONs Leysje buur, ons Leysje buur
Gg6v
Oscula vana quidem, sed in his quoque magna voluptas.
Toon: Eerste Carileen.
+ LAetst geleên,
Gg7r
Toon: Nova.
+ WEgh wegh ick verlaet het malle Vryen:
Gg7r
Toon: La Prima.
+ 'k IOckte wel eer
Gg7v
De ontwapende Cupido.
Toon: La Duchesse.
+ LEst bad ick't kleyne Venus Wight,
Hh1r
Toon: Courante la Bare.
+ ERanemite, schoone Son!
Hh1v
Toon: Gavotte d'Anjou.
+ 'k LAet nu vaeren 't snoode goet,
Hh2r
Toon: Ba watte parten?
+ 'k IOckte voor desen,
Hh2v
Aer Sleutelbagh.
+ 'k AChtse voor dwaes
Hh3r
Toon: Gavotte d'Anjou
+ DIe geen die het kleyne Kindt
Hh4r
Toon: Petits sots de Bordeaux.
+ ALs ick aen de soetigheden
Hh4v
Toon: Courante la Bare.
+ O Soet gedencken, van de vreucht
Hh5r
Toon: Courante la Bare.
+ KUpied' legh nu uw wapens neer,
Hh5v
Toon: gavotte d'Anjou.
+ WYl ick hier dus aen den haert
Hh6r
Toon: Courante la Fran¸oise.
+ DUs pleeght de min op u sijn wraeck;
Hh6v
Aen Eranemite-
+ WAerden Engel trots uw strafheyd,
Hh7r
OP 't VERJAEREN Van Juffr. A.G.
+ NA dat ick onlanghs quam te hooren,
Hh8v
Verjaer-Sangh. Op de Geboorten-Dagh Van Juffr. M.L.
+ MYn soete Juffer die op heden
Ii2r
De Clagende NOOTEBOOM Van OVIDIUS.
+ ICk Nooteboom, die aen de paden,
Ii8v
Aen Mijn HEER C.H.
+ HOllansche Maro, en Apolloos grootste Zoon
Kk1r
Mijn HEER.
+ SEedert mijn laetste vertreck, [...]
Kk2v
Mejuffr.
+ INdien ick kon oordeelen mogelijck te zijn, [...]
Kk4r
Brief aen een Vrindt.
+ IN't endt 'k heb wat schrifts vernomen,
Kk5v
Mejuffr. en Nichte.
+ MEt de grootste vreught des werelts, [...]
Kk6v
Mejuffr.
+ DEse letteren (indien sy het geluck hebben, [..]
Kk7v
Een seer gewichtigh Compromis, Beneffens de uytspraeck des selfs.
+ ALsoo verschil is geresen tusschen den Lofrijcke, [...]
Kk8v
Sententiael Sonnet.
+ VOlmaeckte Juffrouw N.N. met licentie,
Ll1r
Mejuffr.
+ ICk soude wel wenschelijck, begeerlijck, en willelijck,
Ll2v
Mejuffr.
+ IN de tijdt, die een scheydingh begint te maken [...]
l5r
Salve AMICE.
+ UW Brief van Saterdagh acht dagen,
Ll6v
Afrikaense-Brieven.
Ll6v
Waerde VRINDT.
+ Myn laetste was aen U E: van den 22. Sep. voorlede,
[aan het eind staat: "De Drucker heeft de rest vergeten, Die U niet noodigh was te weten."]
Mm1v
Waerde VRINDT.
[ondertekend met: "Op't Casteel ST. George Da Mina. Den 10. Febru: 1669. FOCQUENBROCH."]
+ ICk heb over Veertien Dagen geschreven,
Mm3v
Seker aenhanghsel van een BRIEF. Vervattende in sigh veel opmerckelijcke, en geloofwaerdige saecken: [etc.]
[ondertekend met: "Vale, iterumq; Vale. FOCQ."]
+ ALsoo het Schip daer dese mee gaet,
Mm6v
GEDACHTEN, gehouden in een Canóa, op ZEE. Aen mijn Vrind N.N.
+ Al sittend' in een Holle Boom,
Mm8v
Liefdens onversettelijcke Standtvastigheydt, Vertoont in de wonderlijcke Trouw-gevallen van ALERAME en ADELASIA.
+ HEt Keyserrijck van't Westen, dobberde op de ongestuyme Golven des Oorloghs, [...]
Oo5r
[titelpagina]
Oo5v
VERTOONDERS.
Oo6r
De Verwarde Jalousy. [tekst]
+ Hoe Juffrouw! weygert ghy met soo veel straffigheyt,
Pp8v
Op d'ontydige Doodt Van de Aerdige Zoetvloeyende Poeet W.G.van FOCQUENBROCH, Medicijn Doctor; Overleeden op de Kust van Guine.
+ O Droeve Dood! gy die nooyt swicht

 

Aantal tekstregels:

37 (Bb2r).

Gecollationeerde exemplaren:

1-
Amsterdam: privecollectie Peter Kroone
2-
Amsterdam: Toneelmuseum 57 B 78:3
provenance: K.P. Jorna
3-
Amsterdam: UB 688 K 13:3
4-
Brussel: KB II 19483 A
5-
Brussel: KB III 95305 A
6-
Den Haag: KB 788 H 8
7-
Den Haag: KB 30 K 1:3
8-
Haarlem: SB 79 E 1:3
9-
Leiden: UB 1200 E 25
10-
Leiden: UB 1260 F 22
11-
Leidschendam: privecollectie H.P.J. Helwig
12-
Leuven: UB 5 A 5170
provenance: A. vande Plas, Tienen.
13-
Nijmegen: UB 433 C 193
14-
Utrecht: UB 95 H 3
15-
Santpoort-Zuid: privé-collectie (13-12-2015)
Bij paginanummer 51 de 1 waarschijnlijk weggesneden.

Niet gecollationeerde exemplaren:

1N-
Minneapolis: University of Minnesota

Varianten:

a= buitenvorm Ee-katern:
  I 49 correct gepagineerd ex. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 10, 11, 12, 13, 14, 15
  II 49 gepagineerd als 4 (mogelijk zetselschade)  ex. 9
b= binnenvorm Ff-katern: (positie katernsignatuur)
  I Ff4 gestuyt. ex. 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14
  II Ff4 gestuyt. ex. 3, 15
c= buitenvorm Ff-katern: (positie katernsignatuur)
  I Ff3 lijck wel ex. 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 14
  II Ff3 lijck wel ex. 1, 2, 3, 13, 15
d= binnevorm Gg-katern:
  I 82 gepagineerd ex. 8, 9, 11, 13, 14, 15
  II 82 ongepagineerd ex. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 10, 12

Commentaar:

Dit is de tweede druk van de Afrikaens Thalia en waarschijnlijk ook de tweede druk van De verwarde jalousy.
Het is zonder meer duidelijk dat de editie van Jan ten Hoorn uit 1678 (BF18) de kopij is geweest voor die teksten in deze uitgave. Behoudens het eerste en het laatste katern, heeft de zetter zijn kopij regel voor regel gevolgd, tot in de typografische bijzonderheden toe (zie b.v. het afwijkende lettertype op F6v van BF18 gevolgd op Gg6v in BF21). Zelfs de verwijzing naar een gedicht in de eerste Thalia op F3v van BF18, is klakkeloos overgenomen, terwijl in deze uitgave niet naar p. 132, maar naar p. 117 verwezen had moeten worden.
De gedichten in de "Toe-gift tot bladt-vullingh" in het laatste katern van BF18 zijn hier op één na verdwenen. Alleen het rondeel "Op een pruyck" is in BF21 naar het eerste katern verhuisd. In dat eerste katern is verder de "Waerschouwing aan de lesers" weggevallen, de "Voor-reden" heeft nu als titel "Aen den leser" en nieuw is hier het "Treurigh af- scheydt-sangh" dat komt uit het Tweede deel van Thalia.