Afdrukken

[BF24]
W.G. van Focquenbroch:
Eerste deel van de Thalia, of geurige sang-godin.
Tweede deel van Thalia, of geurige sang-godin.
Amsterdam: Weduwe Michiel de Groot en Gysbert de Groot, 1682.


Titelpagina A
 
Titelpagina II

Dektitel, *1r:

ALLE | DE | WERCKEN | VAN | W.G.V.FOCQUENBROCH. ||

Titelpagina, *3r:

EERSTE DEEL | VAN DE | THALIA, | OF | GEURIGE | SANG-GODIN, | VAN | W.G.V.FOCQUENBROCH. | Fumus Gloria Mundi. | Nooyt soo volkomen gedruckt. | [vignet] | t'AMSTERDAM, | By de Weduwe van MICHIEL de GROOT, en | GYSBERT de GROOT, Anno 1682. ||

Gegraveerde titelpagina, *2r:

THALIA | of Geurige | ZANGGODIN, | Eerste Deel. | T'AMSTERDAM, | Bij de Weedue van, | Michiel DE Groot. | en Gysbert de Groot. || [Schoonebeeck fecit]

Titelpagina, O2r:

TWEEDE DEEL | VAN | THALIA, | OF | GEURIGE | SANG-GODIN, | VAN | W.G.V.FOCQUENBROCH. | Fumus Gloria Mundi. | Van nieuws oversien en verbetert. | [vignet] | t'AMSTERDAM, | By de Weduwe van MICHIEL de GROOT, en | GYSBERT de GROOT, Anno 1682. ||

Titelprent, O1r:

THALIA | of | Geurige | ZANGGODIN | Tweede Deel. ||
[Schoonebeeck f.]

Opbouwformule:

8o: *8, A-Z8. Aa-Ee8.
[$5 (-*1, -*2, -*3, -O1, -O2)]

Paginering:

232 bladen, gepagineerd= [16], 1-208, 209-214, 215-447, [1].

38 gepagineerd als 36
53 "  " 35
± 59 "  " 50
69 "  " 96
± 112 "  " 1 2
165 "  " 1 5
197 "  " 191
± 224 "  " 2 4
208 gepagineerd als 928 met de 2 ondersteboven
± 230 "  " 23
± 231 "  " 31
± 257 "  " 57
261 "  " 241
277 "  " 272
285 "  " 258
± 344 ongepagineerd  
416 gepagineerd als 426


Posities van de katernsignaturen:

*4 Sots-kap heeft *5 huydendaegse A ^Bergen
A2 het gantsch A3 de bancken A4 vloogh van
A5 het gras B overval B2 moort
B3 kraem-vrouw B4 oock al laet B5 al te kleyn
C gillen C2 hun gestalt C3 verstroyde
C4 dat roepen C5 oorsaeck van D g' affronteert
D2 begost te^ D3 dat door D4 wel betaste
D5 ontweecken E toen E2 want myn
E3 door E4 ontvetert E5 met Je
F Seigneur F2 een Officie F3 levend'begraven
F4 myn legen F5 sterven G Min gedaen
G2 ontvlieden G3 ay, vraegh G4 weer den
G5 vermomt H wierdt H2 mijn Vreughd
H3 verwonderingen H4 Spinne-rock H5 beeven,
I oordeel I2 verbergen I3 overtollige halstar-
I4 van myn I5 pretend K voz doux
K2 que je supporte K3 vostre Couche K4 salstreux
K5 a` present L Hemelsch L2 felten
L3 Minnaers L4 de Veer L5 groot geacht
M bequaem M3 gevonden heb M4 alsoo balt
N Doctor syn N2 solchen N3 hoefje van
N4 helft van N5 bringen O3 Smoock, Oesters
O4 scheurtjen O5 Godtsdienstigheeden P teegendeel
P2 kindt soo P3 is van P4 heeft doen
P5 wereldt mercken Q , en haer Q2 armoe aen sijn
Q3 my beminde Q4 haetlijck Q5 verachten
R avondt wenschen R2 voorspoet nam R3 op wegh
R4 ghy Tyranny R5 eeld gekreegen S Bruydegom
S2 door kan S3 Jouw tronie S4 dees dagh
S5 -dwinger T bedroeven T2 twee helden
T3 geluckigh T4 alle daegen T5 Trompet
V2 zy avondtmael V3 ^Der manninnen V4 Ryme klancken
V5 door myn X het myn X2 gerechtigheyt
X3 Lanssen X4 niet van X5 dan andere
Y asschen, Y2 uw losse Y3 niet komen
Y4 vous Y5 ontrent je kaken Z duyssent
Z2 dat ghy Z3 golven Z4 Latynsche
Z5 had! Aa ^na de hel Aa2 van mijn
Aa3 ,na huys Aa4 Wijnen, en Aa5 Pater-Noster
Bb sult) ontfingh Bb2 maeghschap Bb3 droomen
Bb4 ^gelucken Bb5 door, Cc verloor in
Cc2 sy voor borst- Cc3 billickheydt Cc4 de vissen
Cc5 grooten Dd minnelyce woorden Dd2 handt het Hoedtjen
Dd3 ondertussen Dd4 myn hart Dd5 ^was geschoncken
Ee Korte dagen Ee2 Didos Ee3 weer vol
Ee4 Pollyxene

Inhoud:

Gecollationeerd a.d.h.v. exemplaar 6.

*1r
[dektitel]
*1v
[blanco]
*2r
[titelprent]
*2v
[blanco]
*3r
[titelpagina]
*3v
[korte inhoudsopgave]
*4r
Den DRUCKER tot den LEESER.
+ IN dese Eeuwe herwaers, [...]
*4v
Aen de seer Vermaeckelijcke, Doch niet minder Eerbare Juffr. SARA, Kleyn MEERKATJE van Me-Iuffr. C.S.
+ Iuffrouw SARA! Och! hoe danck ick den Hemel!
*6r
Op de THALIA, Of Geurige Sang-Godin. [ondertekend "Van Bulderen"]
+ LEser, hier wordt uw beschreven,
*6v
Pour les Lecteurs DE TYPHON, c'Est a dire, Pour ceux qui ont veu celuy. De Monsr. SCARRON.
+ l'EStime particuliere, que j'ay fait toute ma vie [...]
*7r
A Monsienr G.G. de FOCKENBORGH, Sur son TYPHON FLAMAND.
En vers Berlesques:
+ SCarron chantoit jadis Typhon,
*7v
Den AUTHEUR tot sich selven.
+ WAer wil dit henen Meester Fock?
A1r
TYPHON of REUSEN-STRYT.
+ ICk singh met Harp, noch Luyt, noch Orgel,
A5v
Gesangh van MERCURIUS.
TOON: La Princesse.
+ HOe Apol! is noch uw sin bedooft;
D6r
BRUYLOFS-DROOM; Verhaelt aen de Jonge Luy, Op de HUWLYX-FEEST Van Monsr. FONTEYN, En Juffr. N.N.
+ JOnge luy! wel hey, hoe gaet het?
D8r
Proclamatie vol Entrelardatie. Gedaen op de BRUYLOFS-FEEST Van Mijn Heer N.L. en Mejuffr. G.S.
+ ALs ick let op de Bruydt haer statie,
E1r
Nieuw Bruylofs-Liedt Van een Meyer die gingh mayen in het Riedt En wat hem in het mayen al is geschiet.
Op de wijse: O Nichje waer jy der mijn Nichje niet, &c.
+ HEt souw'er een Meyer uyt mayen gaen,
E2r
BONTCIGH LIEDTJEN Op het Bontdigh Verbondt tusschen Monsr. N.N. Bondtwercker, En Juffr. N.N. Te samen door den Echt Bontdigh verbonden Anno 1661.
Op de Wijse: Meysje hoe staender jouw Ooghjes en drijven.
+ BRuygom! hoe ga je Jouw Winckel stoffeeren?
E2v
Aen mijn HEER En Mejuffr. N.N. Op haer NA-BRUYLOFT.
+ GHy Nieugetrouwde Jonge luy!
E3v
BRUYLOFTS-DICHT, Of: Al wat je belieft. Op de Huuwlijcks-Feest van Monsr. N.N. en Mejuffr. N.N.
+ JA wel Vrundtschap N.N.
E5v
Hymens Bruylofts-toorts, Ontsteken op het Huwelijck van Monsr.
A. VALCKENIER, En Me-Iuffr. J. van SCHOONEVELT.
+ GOd Hymen, die sijn Toorts trots felle winter-vlagen,
E6r
Nouvelles de ce Matin, Contees au second jour des NOPCES.
Sur la voix: Pour un seul coup, &c.
+ DE ce matin, l'Amante de Cephale
E7r
Aux NOPCES De Monsr. & de Mademoiselle N.N.
+ ORsus, reveille toy ma muse!
E8r
MISSIVE a MONSIEUR l'ESPOUX, Et MADEMOISELLE l'ESPOUSE.
+ MOnsieur N.N. vous sa Chere!
E8v
KERMIS-GIFT, Aen de jongh-getrouwde Luyden Monsr. en Juffrouw, N.N.
+ WYl je nu sult huys gaen houwen,
F1v
NIEUWE-JAERS-GIFT, Aen Mejuffr. N.N.
+ 't IAer drie-en sestigh is voor by,
F2r
Op het Verjaaren Van mijn Heer en Vriendt den D.B.
+ TOen'k hoorde dat je soud Verjaren,
F3r
Aen Mejuffr. N.N.
+ O Schoone! siet ghy niet dat ick geheel op't lest loop?
F3v
Sonnet aen PHILLIS.
+ GHy hebt het, Phillis! dan so't schijnt, op my geladen;
F3v
SONNET.
+ OP d'Oever van een Beeck, die op sijn suchten, swol,
F4r
SONNET.
+ LAes! sal mijn onluk dan sijn wreetheyd nimmer staecken?
F4r
SONNET.
+ OP een seer hoogen bergh, omheynt met duysent rotsen,
F4v
SONNET.
+ DE donder, en de windt, en felle hagel buyen,
F4v
SONNET.
+ GHy Pyramiden, en ghy oude Wonderheen!
F4v
Aen PHILIS.
+ NOoyt stal een dief soo wel als ghy
F5r
MADRIGAL.
+ TIrsis verruckt door't soet vermaeck,
F5v
Aen Juffr. N.N. Op haer swarte Hemts-mouwen.
+ GHy die ten minsten in uw mouwen
F6r
Op de Boesem van CLORENIE.
+ WAt aengenaem Albast, wat Marmer, of Yvoor,
F6r
Op een QUETSUUR Van het Mesje van Iuffr. N.N.
+ 'k BEken ghy hebt gelijck, o kleyn, doch straf geweer!
F6v
Aen SILVIA.
+ INdien't een misdaedt is het Godlijck aen te bidden,
F6v
MADRIGAL. Aen AMARANTE.
+ ONs beyder harten, Amarant!
F7r
GEDACHTEN.
+ HOe wonderlijck verkeert des weerelds vreught?
F7r
Op een afscheydt.
+ BEdroefde oogen, die wel eer uw vreught kost halen,
F7v
Op een Suchje van CLORIMENE:
+ LAetst loosde Clorimeen een Suchjen in de Locht,
F7v
Op de Waejer van PHILLIS.
+ WAerom tracht gy noch meer die gene te verkoelen,
F7v
PASIPHEAS BEE.
+ WYl Pasiphe langs bergen, en langhs dalen
F8r
Op het speelen van een Bataille, Aen Juffrouw N.N.
+ WAt hart is soo verhart dat niet en souw verslingren,
F8r
Aen AMERONTE.
+ MEn ontraet my u te eeren,
F8v
Aen de wangunstige CLORENIE.
+WAngunstigh van mijn luck, ontraet gy my de liefde
F8v
Aen Juffr. N.
+ TWeemael gaf ick aen u mijn liefde en myn hart;
G1r
Aen Juffr. N.A.
+ KOst liefde sonder hoop bestaen,
G1v
Aen PHILLIS.
+ GHy vraeght my, waerom dat ick staegh,
G1v
Aen de Oogen van Cloris.
+ O Ghy hoovaerdige vyanden van mijn rust!
G1v
Op een afscheyt aen CLORENIE,
+ WAt doolingh, laes, beheert uw sin!
G2r
Op de Schildery van Iuffr. C.S.
+ DIt is de Schoonheyt self, doch maer in Schildery:
G2r
Aen mijn Nichte.
+ SChoon ick, o Charmante Nichte!
G2r
Aen Iuffrouw N.N.
+ SChoon het besit van gelt en goet,
G2v
Aen mijn Vriendt N.N.
+ WAt wenst ghy steets om gelt en goet?
G3r
Op de Oogen van PHILLIS.
+ ALs ghy my treurigh siet, o Goddelijcke oogen!
G3v
Aen Me-Iuffrouw.
+ HOe langh sal u mijn slaverny
G4r
Aen BELISA, Op haer wederkomst van Vtrecht.
+ IN't endt, myn schoone Morgen-son!
G5r
GEDACHTEN. Op mijn Kamer.
+ HIer in dit kleyn, doch stil vertreck,
G6r
GEDACHTEN.
+ HOe onstantvastigh is't heel al
G6v
Beschrijvinge van een Maeght.
+ SY vlucht, en vluchtende, wil sy, men haer sal volgen:
G6v
Iobs ellende.
+ DE duyvel sloegh met felle slagen,
G6v
Op Ian.
+ IS liefde dronckenschap, soo ben ick altijdt sat;
G6v
LEVER-RYM. Op de selfde.
+ DIt Levertje lyckt van geen Haring, maer van een Gier,
G7r
Ontmoetingh aen Iuffrouw N.
+ HElaes! wat had ick weynigh moets,
G7r
PROGNOSTICATIE Aen Juffrouw N.N.
+ VOlmaeckte en schoone N.N.
H1r
Planeet van Mejuffrouw N. Aen haer selve.
+ NA't snuflen in mijn Almanack,
H3r
Op het Spinnen van Me-Iuffr. N.N.
+ SA, waer ben je nu jy Muysen?
H4v
BRIEF Aen Me-Iuffrouw N.N.
+ SInt ick lest van S.W
H6v
Op de BRUYLOFTS-FEEST, Van Monsr. N.N. En Me-Juffr. N.N.
+ IN't endt, het schijnt dan, dat de Parckes
H8r
De TEMPEL der LIEFDE, Gevonden door een KOPERPFNNINCKJEN Gevallen in den Boesem van CLIMENE. Aen haer selve.
+ SChoone Climene, Soo als ick van deese morgen besich was,
I4r
De drie Ayren van de MUSQUETTAIRES Aen CLORIS.
I4r
Eerste Ayr.
+ HElaes! ick sucht en ween om niet,
I4r
Tweede Ayr.
+ VOlmaeckte Cloris! wijl u is bekent;
I4v
Derde Ayr.
+ KOst u myn getrouwigheydt,
I4v
Simple Courant. Aen CLORIS.
+ HEel t'onrecht, beelt ghy u mijn Min,
I5r
RONDEAU a Madame.
+ SI vous vouliez, que j'ouvre franchement
I5v
Sur une Volage.
Voix: Wallis.
+ AH dieux! que la flame est Cruelle!
I5v
RECHEUTE; a PHILLIS.
Voix: La Pitite Altesse.
+ PHillis! j'avois desia quite mes chaines,
I6v
Chanson a Boire.
Voix. La Gredeline.
+ CEux, que l'Amour transporte,
I6v
Courage de Fille.
VOIX: Pour un seul Coup.
+ VAn dese nacht,
I7r
Voix: Gavotte d'Anjou.
+ AMour, oyant tant renommer
I7r
a MADAME.
+ MAdame! si j'avois ceste presomption,
I7v
RONDEAU a CLIMENE.
+ EN vous aymant j'ay passe trois semaines;
I7v
SERENADE Pour la mesme
Voix: Courante Nouvelle.
+ LAs! pourpuoy me faut il languir?
I8r
RONDEAU Pour la mesme.
+ MA foy c'est trop fouffert sans esperance!
I8r
Sur le Changement.
Voix: Phillis vostre indifference; &c.
+ VIve la Nouvelle Mode,
I8v
QUADRAIN.
+ IAdis j'avois change d'amour pour une angloise,
K1r
a PHILLIS.
Voix: Courante Simple.
+ PHillis! non obstant ma douleur,
K1r
a la Mesme.
Voix: La Princesse.
+ PHillis! quand j'emois voz yeux:
K1v
RONDEAU, a la Mesme.
+ JE l'ay bien dit cent fois, que mon Amour
K2r
Sur un Coeur de Diamant, Place sur la poitrine de CLORIS.
Voix: Le Grand Boure.
+ CLoris! qui brillez a la Cour,
K2r
Sur une Absence.
Voix: Courante d'Amirillis.
+ TRistes soupirs! je vous ouvre la porte,
K2v
Sur un de part a LUCINE,
Voix: La Lande.
+ BElle Lucine! Souffrirez vous ce depart?
K3r
Adieu a LUCINE.
Voix: Phillis soyez Cruelle, &c.
+ ENfin adieu Lucine!
K4r
Sur le mesme Subject:
Voix: La Contesse.
+ ORsus, mon Coeur! il faut changer:
K4r
Sur une Absence de huict jours.
Voix: Courante d'Ameronte.
+ NE pleurez pas, mes yeux!
K4r
a CLIMENE.
Voix: La Bergere.
+ A Quoy estre fidelle,
K5r
SARABANDE
+ DE faire l'Afflige en vers les Belles
K5v
Sur une Absence.
Voix: La Suedoise.
+ MAlgre la rigeur de l'absence,
K6r
Sur l'Inconstance de PHILLIS.
Voix: La Gailliarde.
+ L'Amour, je croy, seroit bien doux,
K6v
Sur une Absence.
Voix: Courante la Reyne Nouvelle.
+ DEpuis ce triste jour,
K6v
Voix: Courante Madame Nouvelle.
+ SOupirs trop indiscrets!
K7r
SERENADE.
Voix: Courante Monsieur Nouvelle.
+ ALlez, tendrez soupirs!
K7v
Sur le jour de la Naissance De MADEMOISELLE N.N.
+ O Iour si fortune, & digne de Memoire?
K7v
A la Belle CORNELIE.
+ VOus qui liez les Coeurs, o Belle Cornelie!
K8r
Aen CLORENIE. Op haer Vertreck.
Toon: Karsnacht.
+ MYn Schoone! wilt ghy dus vluchten?
K8r
GESANGH.
+ ICk min wel als ick wordt bemindt;
K8r
Toon: Simple Courante.
+ INdien ick dacht o schoone Son!
K8v
Toon: La Fronde.
+ DIogenes den wyse
K8v
Op een Afweesen.
Toon: Courante la Bare.
+ ERanemite, schoone Son!
L1r
Aen CLIMENE.
Toon: Petite Altesse.
+ GEen schijn van vreught, hoe gooot en uytgelaten
L1v
CAPRICE. a PHILLIS
+ PHillis! je dis tout de bon;
L2r
SINGH-SANGH.
Toon: Phillis soyez Cruelle,
+ ICk heb het, by mijn soolen,
L2v
Aen PHILLIS.
Toon: La Gaillarde.
+ PHillis! wie kan uw schoonheyt sien,
L3r
Aen CLIMENE.
Voix: La Sirene.
+ O Schoone Son! Soo myn smart
L3r
Aen CLORIS.
Toon: Simple Courant.
+ SChoone oogen! die met schoot, op schoot
L3v
Eynde der Gesangen
L4r
KLUCHT VAN DE WEYERY. Vertoont op de Bruyloft van A. VALCKENIER EN J.V. SCHOONEVELT.
L4r
PERSONADIEN.
L4r
[de tekst van de klucht]
+ DE Weyman, wanneer hy sijn vermaeck wil soecken in eenige Vogel-jacht,
M2v
KLUCHT VAN DE QUACKSALVER. Uyt vermaeck gespeelt op de Bruyloft van een paer eerlijcke Luy.
M2v
PERSONAGIEN.
M2v
[tekst van de klucht]
+ ALs een mensch evenwel schrael in de kleeren is en mager in het gelt,
N5r
ANTWERPS GEDICHT, DEN MUNSTERSCHEN TROMMELSLACH Op den Hollandtschen Toon.
+ DEn Hollandschen Viskop
N7r
EEN HOLLANDSCHE VUYST-SLACH; op een Brabandsche Koon.
+ EEn Antwerpse Mis-pop,
O1r
[titelprent]
O1v
[blanco]
O2r
[titelpagina]
O2v
[blanco]
O3r
KLINCK-DICHTEN; Op de GEURIGE ZANG-GODIN, Van den HEERE Dr. W.G. v. FOCQUENBROCH, Fiskael op de kust van Guinee.
O3r
Aen de LIEFHEBBERS.
+ LIef-hebbers van een klucht, en drooge snoeperyen,
O3v
Aen de JUFFERTJES. [ondertekend met "A. MOONEN."]
+ STee-Iuffers, happig goet op loopjes en genuchjes,
O4r
TYMON Van LUCIANUS, Tooneelsche-wijs uytgebeelt door de saemen- spraeck deser navolgende Persoonen. [...]
+ O Jupiter! Patroon der Gooden!
R7v
Vervolgh van THALIA Of GEURIGE ZANG-GODDIN.
R7v
BRUYLOFTS-PRAETJEN, Verleent aen mijn Heer I.V.R. en Mejuffr.
E. de M. Samen gehuwt op drie Koningen-dagh, Anno 1665,
+ IA wel, 'k sie jy bendt dan seper
S1v
Ter Bruyloft van Mijn Heer, Mijn Heer, HENRIC NOORMAN, En Mejuffr.
Mejuffr. SARA van LOENEN, Te samen in den H. Echt verbonden op den 1 van Bloeymaent, 1667. [ondertekend "Fumus Gloria Mundi"]
+ NAuw'lycks wil de Krygh gaen enden,
S3r
Op GRIET.
+ GRiet seydt, sy leendt haer buyck alleen maer aen haer vrinden,
S3r
Op KEES.
+ KEes Hoddebeck voert steets, waer dat hy is het woort,
S3r
d'Onreyne Geest.
+ VAn Lijsjes Voeder-vat sprong lest het boomgat open;
S3r
Aen een Vrager.
+ GHy vraeght uyt wat voor reen, dat ick de Stadt uyt vlie!
S3v
Graf-schrift van een Hoornbeest.
+ INdien gehoorent volck (de Heer die zy haervriendt)
S3v
Op een blinde Cupido. Aen Climene.
+ WAerom staet hier de min dus blindelingh gedreven?
S3v
Aen een Stinck-muyl.
+ GHy tiert, en raest, om dat uw Hondt
S3v
Graf-schrift.
+ HIer leyt een fijn-man, die wel eer
S4r
Yets geurighs, Op de promotie van mijn Heer myn Heer I.V.B.
Geworden MED. DOCT. May 1665. binnen Uytrecht.
+ APoll, na hy wat had ontbeeten,
S5r
SARABANDE.
+ SI vous m'aymez autant que je vous ayme,
S5r
Op de Vinger-hoedt van Phillis.
+ VInger-hoetje, die de Vinger
S5v
Op Amsterdam.
+ 't GElt-suchtigh Amsterdan met al haer soete keyers,
S6v
Gesangh.
+ INdien ghy u seght te branden
S6v
Teegen-Sangh.
+ SOo ghy ooyt, o vrind! wild minnen,
S7r
TOE-SANGH.
+ WAt kan d'ydle schoonheyt baeten
S7v
Gedachten. Op het afzijn van Climene
+ IN't endt, mijn Son die is verdweenen,
S8v
Psalm XVI. Satiabor cum apparuerit Gloria tua.
+ IN't Rijck en schoon Egypten-landt,
T3v
Aen Climene.
+ CLimeen! u afzijn doet my sterven:
T4r
GRAF-SCHRIFT, Van den manhaften Capiteyn PRUYST. Over het veroveren van 4 damprijcke Scheepen.
+ DEn staert-man kermt en klaegt van ramp,
T4v
Op een Afzijn.
Voys: La Duchesse Royale.
+ INdien, o Goddelijcke Maeght!
T5r
SARABANDE. Aen Phillis.
+ INdien ghy my, gelijck ick u, beminde,
T5r
SONNET. In form van Courant, of Post-tijdingh.
+ GRaef Maurits gaet in't veldt, en sal den Bisschop stuyten
T5v
BRIEF, Aen mijn Heer en Vriendt, N.N. [rijmbrief]
+ HEer N.N. Op mijn bee Vraegh ick dy
T6r
SONNET.
+ TE dencken dat in't endt mijn staet eens sal verkeeren,
T6r
Bewijs van Maeghdom aen Juffer, N.N.
+ INdien de aengenaeme Roosen,
T7r
TAERT-VERMANINGH, Aen Juffr. Ariaentjen N.
+ 'k SOuw, o Juffrouw Ariaentje!
T7v
A UNE DAME. Lortant de son lict.
+ COme la rougisseante Flore,
T8r
BRIEF, Aen myn HEER N.N. [rijmbrief]
+ JOncker-heer N: Die verhuyst Zijt van Deft,
V1v
VERJAER-VEERS, Aen Mejuffrouw N.N. Iuffrouw I.W.
+ GHy, die mijn Dochter van papier,
V3r
BRIEF Aen mijn Heer van BRANDWYCK, &c. Over sijn Avondtschoolen
DE Remedio Amoris. [rijmbrief]
+ HEer van Brandwijck! Hof, en Landryck,
V4v
Aen de twee handighste Stijftertjes des weerelts,
+ SA, waer zyn Je styfsel-potten?
V5r
REECKENINGH Van gedaene visitatien aen Mejuffer, N,N. in haer sieckte.
+ MYn min die't Doctorschap door lang by my te woonen
V5r
Aen CLIMENE.
Voix: Cyere Friponne, &c.
+ SAl ick u dan hooploos beminnen,
V5v
La Tricarville.
+ DIe uw schoonheydt niet bemindt,
V6r
Aen CLIMENE.
Voix: La Baptiste.
+ ACh! hoe langh sal myn Climene
V6v
Nieuw-Jaers-Gift. Aen Climeene.
+ CLimene! ach, mijn waerde Son!
V6v
GRAF-SCHRIFT, Van M. F.
+ VAn Mr. F. leydt't lichaem in dees kas;
V7r
ANDER.
+ ICk ben de plaets die't Rif van Mr. F. begryp,
V7r
ANDER.
+ HIer leydt in't onder-aerdsche hock,
V7r
Aen CLINENE,
Voix: l'Isabelle.
+ IN't endt schoone Climene!
V7v
GEDACHTEN Aen't Noodlot.
+ O Noodtloot! was's uw wil in't endt;
V8v
Aen CLIMENE. op haer vertreck.
+ IN't endt mijn schoone? ghy vertreckt;
X1r
Aen Climene.
Voix: la Contesse.
+ GHy seght Climeen! dat ghy my mind:
X1v
AEN MEJUFFER N.N. Op haer Musieck-kunst.
+ UW aengename keel, gehuwt aen't snaer-geluyt,
X2r
VOOR CLIMENE.
Voix: Courante la Reyne nouvelle.
+ O Treurige eensaemheydt!
X2v
SONNET.
+ TOen Midas eyndelijck syn wensch verkregen had,
X2v
YETS OUDTS Op een NIEUWE BRUYLOFT. Van Monsr. G. V. E. E Mejuffr. M. M.
+ SChoon dat Mars, als uytgelaeten,
X4v
Aen CLORIMENE.
+ WIlt ghy niet dat ick om uw sucht,
X4v
AEN DE SELFDE.
+ HElaes! hoe is die dagh van gistren my bekoomen!
X5r
ZEEGEN-ZANG Der neegen Musen, Over den gedempten hooghmoedt der Engelschen, in't Jaer 1666. Dite fummoveant, o Nostri Infamia secli Orbe suo; Tullusque tibi Pontusque negetur. Ovid.
+ TOen Engeland wel eer in Cromwels tyen,
X8r
SARABANDE. Poua Phillis.
+ SI je voudrois vous chasser de mon ame,
X8r
Aen CLORIMENE.
+ TOen ick u lestmael by de Lelyen en Roosen,
X8v
Aen CLORIMENE.
+ SOo dat ghy een hart had, als het mijne,
Y1r
Aen CLORIMENE.
Toon: Courage.
+ TOen ick eerstmael heel gewond,
Y1v
VOOR DE SELFDE.
+ ICk minde Clorimeen een weynigh, in't begin;
Y1v
Aen CLORIMENE. SONNET.
+ TOen u myn suchten steets myn liefde quamen melden,
Y2r
Aen CLORIMENE.
+ VAert wel, lichtvaerde Clorimeen!
Y3r
Aen de lichtvaerdige. CLORIMENE. Verdubbelt Rondeel.
+ DAt hy uw minnaer was, o dartle Clorimene!
Y3r
BRIEF Aen JUFFER N.N. [rijmbrief]
+ GEdoogh, o Schoone! dat myn pen
Y4r
RONDEAU REDOUBLE a Silvie.
+ DEpuis ce jour fatal, que je vous vis, Silvie!
Y4v
RESPONSE de SYLVIE, Sur le rondeau precedent.
+ NOn, non, n'appelez pas fatal, ce jour heureux.
Y5r
Aen JUFFROUW N, N.
+ HOe sal ick best u lof verhalen?
Y6v
BRIEF aen Mejuffer N.N. [rijmbrief]
+ SInts ick mijn afscheyd laetst heb van uw oog genomen
Y7v
VOOR-VAL.
+ DE goeje Amyntas sat laetst by syn Clorimene,
Y7v
SONNET.
+ HOe souw ick oyt uw gunst, o schoone Clorimeen,
Y8r
Op de swarte tanden Van JUFFER, N.N.
+ U Mond een schoorsteen van een rey berookte tanden,
Y8r
BRIEF Aen CLIMENE. [rijmbrief]
+ NA ick lest By de Vest Van uw Stadt Scheepwaert trad
Z1r
Voor CLORIMENE.
+ TErwijl de dartle Clorimene
Z1r
Aen den Poeet N.N.
+ BEdroefde bastaert van Apol!
Z2v
Lydia aen Philidas.
+ DE schoone Lydia die suchte, weende en brande,
Z4r
DE AENEAS Van VIRGILIUS, In sijn Sondaeghs-pack. EERSTE BOECK.
+ ICk, die met harp, noch luyt, noch orgel,
Ee5r
INDISCH VREUGDE-LIEDT.
+ WIe wil hooren singen van vreugde een nieuw liedt.
Ee7r
Japanse DROOM.
+ OP een tydt, op een tijdt
Ee8v
[blanco]

Aantal tekstregels:

39 (B1r).

Gecollationeerde exemplaren:

1-
Amsterdam: IN 51 C
2-
Amsterdam: privecollectie G.J. Brouwer
3-
Amsterdam: UB 489 G 4:1
opbouw: *8(-*8), A-Z8, Aa-Ee8.
4-
Antwerpen: SB C 256408:1
provenance: Jean G. Smolderen.
Opm. Smolderen heeft de volgende aantekening op het schutblad gemaakt: "'t Januari 1687 voor 25 stuivers."
5-
Antwerpen: SB C 256925:1
opbouw: *8(-*1), B-H8(-H7), I-z8, Aa-Ee8.
Opm. Er staan veel contemporaine aantekeningen bij de tekst, waaronder zeer belangrijke. B.v. bij het grafschrift op T4r is aangetekend: "Voijs: Te Vlissingen leijter een jacht bereid."
6-
Den Haag: KB 9 B 1:1 (afgebeeld)
7-
Gent: UB BL 7731:2
opbouw: G8(-G1 t/m G7), H-I8(-I1 t/m I3), K-L8(-L4 t/m L8), M8(-M1), N8(-N7 t/m N8), O-S8, T8(-T1), V8(-V2 t/m V7), X-Y8(-Y3 t/m Y6), Z8, Aa-Ee8(-Ee4, -Ee5, -Ee7, -Ee8).
8-
Gent: UB H 143:1
provenance: J.F.J. Heremans
9-
Leuven: BT 3303 F 7
provenance: Groot-semenarie Mechelen
10-
Utrecht: UB Z.oct. 1526:1

Niet gecollationeerde exemplaren:

1N-
Gent: UB Gus 131 V. 26/63
2N-
Londen: BL 11555.b.10
3N-
New York: New York Public Library
4N-
Parijs: BN Yi. 107

Varianten:

=a binnenvorm D-katern:
  I 59 gepagineerd als 50 ex. 1
  II 59 correct gepagineerd ex. 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10
=b buitenvorm G-katern:
  I 112 correct gepagineerd ex. 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10
  II 112 gepagineerd als 1 2 ex. 1
=c binnenvorm N-katern
  I 202 correct gepagineerd ex. 1, 2, 3, 4, 5, 7, 6, 8, 9
  II 202 gepagineerd als 2 2 ex. 10
=d buitenvorm N-katern
  I 203 gepagineerd als 20; ex. 10
  II 203 correct gepagineerd ex. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
=e buitenvorm O-katern:
  I 224 correct gepagineerd ex. 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9, 10
  II 224 gepagineerd als 2 4 ex. 1, 8
=f binnenvorm P-katern:
  I 230 en 231 correct gepagineerd ex. 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9
  II 230 gepagineerd als 23 en
231 correct gepagineerd
ex. 8, 10
  III 230 gepagineerd als 23 en
231 gepagineers als 31
ex. 1
=g buitenvorm R-katern:
  I 257 correct gepagineerd ex. 4, 6, 9, 10
  II 257 gepagineerd als 57 ex. 1, 2, 3, 5, 7, 8
=h buitenvorm T-katern
  I 293 gepagineerd als 291 ex. 5
  II 293 correct gepagineerd ex. 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10
=i binnenvorm X-katern:
  I 344 correct gepagineerd ex. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 10
  II 344 ongepagineerd ex. 9

Commentaar:

Deze editie is een regel-voor-regel nadruk van de editie van Lindenius en Vinck uit 1679 (BF20) en bevat dus de zesde druk van de Thalia en de vijfde van he Tweede deel van Thalia. De gravures die in deze editie zijn gebruikt, zijn van dezelfde platen gedrukt als bij de Lindenius/Vinck-uitgave BF20. De druk ziet er erg onverzorgd uit. Met name door het onzorgvuldig inkten, zijn veel paginanummers niet leesbaar.
Ook bij deze verzameleditie is geen speciaal hiervoor gedrukte editie van De min in't lazarus-huys gemaakt (zie de commentaar bij BF20). De hier bijgebonden edities zijn die van De Wees (BF19) en van Gysbert de Groot uit 1687 (BF27), eventueel met gecancelde titelpagina.
Er zijn geen aanwijzingen te vinden dat er opnieuw aan de hand van andere kopij gecorrigeerd is. Alle fouten die niet door de eerste de beste lezer zouden worden opgemerkt zijn overgenomen, en zelfs een zetfout als "KOPERPFNNINCKJEN" (H8r). Verder zijn hier nieuwe verbasteringen van de tekst te vinden. Zo zien we dat die eerste regels van "Aen Climene." op L3r van BF20

"O Schoone Son!
Soo mijn trou u blycken kon
Of soo mijn smart
U kost spreecken uyt myn hart;"

in deze editie veranderen in

"O Schoone Son!
Soo myn smart
U kost spreecken uyt myn hart,".

Het initiatief voor deze editie, samen met BF25 en BF26, zal van de weduwe van Michiel de Groot, Cathalina Lootsman, zijn uitgegaan. Zij had al eerder iets van Focquenbroch uitgegeven (BF23). Het is ook uitsluitend haar naam die op de titelpagina's van De verwarde jalousy en De herders-sangen van Virgilius voorkomt. Zij zal later steun hebben gekregen van haar neefje Gysbert die een deel van de erfenis krijgt en bij haar in de zaak komt.*

* Kleerkoper en Van Stockum: De Amsterdamse boekhandel. p. 240-243