Afdrukken

GELEERDE NEERLANDICI 3

'Lezer, kent gij P e t e r niet, die zoo veel van B e e t s houdt? Vele menschen noemen hem conserven - P e t e r, omdat hij zoo gehoorzaam is, en omdat hij zich zo vriendelijk jegens ieder gedraagt.
Hij doet nooit iemand kwaad.
Er zijn wel studenten, die hem niet liefhebben.
Ja, maar dat zijn ook ondeugende studenten.'

Met P e t e r is het anders gesteld dan met E e p, die voor het eerst, heel kort geleden, een heus eigen boek heeft gepubliceerd. Het lijkt niet zeer in de smaak te vallen: E e p s peepshow over F a n n y - pardon: F a n c y - onthult nu eenmaal weinig. Maar dat is nu niet aan de orde. Het staat evenwel ook niet goed met die andere Leidse specialist negentiende eeuw, P e t e r  v a n  Z o n n e v e l d.

Toe P e t e r - geef ons eens een echt boek, in plaats van al jouw in je voormalige column aangeprezen halfbakken studies, van dertig pagina's, over die bijzondere K e v e r u s  c a m p i  s o l i s (slechts in de Leidse H o r t u s aangetroffen en reeds door B a k h u i z e n beschreven); over knolwortels in de tuinen van R a f f l e s ; over lollig-historische maskerades van Leidse corpsstudenten; over theehuisjes van de voorvaderen van B o u d e w i j n  B ü c h; of over de merkwaardige lambrizeringen van G e e l . Laat die Geliana maar over aan professor W i m  v a n  d e n  B e r g: die is een aanloop aan het nemen om ooit nog eens in zijn leven een tweede eigen boek te schrijven. Hij heeft artikelgewijs al zesmaal de D r a c h e n f e l s bestegen - ja, zelfs een professor moet zorgen dat hij produktie maakt.

Een boek, P e t e r , al was het maar een E p i g boek. P e t e r, P e t e r, zie je niet, dat ze ziek zijn van verdriet? Elk Leidsch Meisje Studentje (Annie Salomons: 1910) verlangt naar een echt, dik boek van jou: dat zij voelt liggen onder het betraande hoofdkussen.

Stop daarmee, P e t e r , met die artikeltjes over de vierde versie van de doorhalingen op het schutblad van het dagboek- B e e t s waaruit blijkt dat het die dag in de trekschuit toch regende. Eén dik boek, P e t e r , en dan wordt er rondom jouw talent ook een door de Staat met miljoenen gesubsidieerd team geformeerd, vergelijkbaar met dat van F r i t s  v a n  O o s t r o m ('t is echt een genie, der junge F r i t z ) - en dan mag je de rest van je leven besteden aan het verzamelen en uitgeven van alle afbeeldingen van de Leidse Burcht, of aan het schrijven van artikeltjes over alle genootschapjes van minder dan drie personen die samen waldhoorn bloezen op S e m p r e.

Een echt boek, P e t e r - daarna fuseer je gewoon met E e p . Je maakt een BV'tje, en jullie schrijven samen elk jaar een artikeltje over B e e t s bij M u l t a t u l i, of over de belettering van de herdenkingsplaten op het R a p e n b u r g - Niemand kijkt je erop aan als je dan weer publiceert in dat rare Leidse blaadje waar iedereen altijd elkaar bewierookt, of juicht over het feit dat de B i b l i o t h e c a  N e e r l a n d i c a  M a n u s c r i p t a een nieuwe cartotheekdoos op de D o u s a-kamer in bezit genomen heeft. Hoe heet dat blad ook alweer? H e t  P a k h u i s?  D e  L i t e r a i r e  R a m s j w i n k e l?  D e  R a m p  v a n  L e i d e n? O nee: het N i e u w   e t t e r k u n d i g  M a g a z ij n (poeh - de Leidenaar die deze creatieve titel bedacht, heeft beslist een jaar 'sabbatical leave' gekregen om bij te komen. O - is dat de reden dat we op jouw boek moeten wachten?

(Deken Daalberg)