Afdrukken

Deze 30 km zou een oefening in zelfbeheersing worden. En wel om twee redenen:

  1. Het stond vast dat ik een vet PR zou kunnen lopen. Recentelijk had ik tijdens een tempoduurloop van dik twee uur (foutje in trainingsprogramma) bijna 25 km afgelegd. Helaas had ik daar wel een tik van gekregen, want bij de eerst volgende duurloop kreeg ik zodanig last van mijn lies dat ik de training moest afbreken. Omdat het eigenlijke doel de marathon van Rotterdam is, mag ik niets doen dat een blessure of trainingsachterstand zou kunnen opleveren. Geen PR lopen dus.
  2. De 30 km zou de eerste 18 km gelijk opgaan met de halve marathon. Je loopt dus in een veld dat gemiddeld harder loopt dan je op de 30 km zou moeten doen, maar waarvan je het tempo best aankunt voor de tijd dat je samen loopt. Je moet dus mensen voorbij laten gaan, terwijl je denkt dat je minstens zo snel bent.

Mijn vrouw was het overigens niet eens met de eerste reden. Volgens haar kon er nog van alles roet in het eten gooien voor de marathon. Ik kon dus beter wèl een PR lopen. Als Rotterdam dan niet doorging, dan had ik in ieder geval een mooi tussenresultaat geboekt.

Ik vertrok om 8 uur met de eerste trein uit Soest. De weersverwachting was niet best: 5 graden, regen en windkracht 4/5 met stoten tot 60 km/u. Later op de dag opklaringen. Die temperatuur is in principe prima, maar de combinatie met regen en vooral die wind trok mij niet erg aan. Maar je laat je natuurlijk niet kennen.
In de trein naar Alkmaar trof ik een andere loper die ook zo z'n bedekkingen had over het weer. Hij had ingeschreven voor de 30, maar bij dit weer zou hij het extra rondje overslaan en gewoon met de halve marathon meelopen. Ik niet.

Met pendelbussen werden we van station Alkmaar naar Schoorl gebracht. Het uitstappunt was vlak bij de start, wist de chauffeur. Kennelijk dacht hij dat dat gunstig was. Maar iedereen moest natuurlijk eerst nog naar de sporthal om om te kleden en/of een tas in te leveren. Dat bleek nog een heel stuk lopen te zijn. Niet echt leuk als je nog maar 1 uur tot de start hebt. De sporthal was niet berekend op deze toeloop. Filevorming bij de toiletten. In de gang stond je al muurvast. In de zaal zelf was het iets beter. Het grootste probleem was dat er geen enkele structuur was aangebracht. Kris kras door de zaal lagen stapels tassen en overal stonden mensen om te kleden. Hier en daar was nog wel een vrij plekje van een vierkante meter, maar er waren geen looppaden om daar bij te komen. Uiteindelijk bereikte ik een plekje waar ik me kon omkleden als ik mijn armen maar niet te ver uitstak.

Het liefst loop ik zonder jack en dat kan vrijwel altijd. Maar ruim twee en een half uur in regen en wind, ... toch maar met jack. Op mijn hand schreef ik het schema voor 2:37:00. Toch net een PR, maar niet te gek. Als dat zou lukken, mocht ik die racefiets op Marktplaats kopen. Ik leverde mijn tas in bij de bewaardienst.

Twintig minuten voor de start probeerde ik me een weg naar buiten te banen. De gang naar de hoofduitgang stond nog steeds vol. Linksaf was er een smallere gang met aan het einde een deur die toch ook wel een beetje op een uitgang leek. Het grote voordeel was dat deze gang zo goed als leeg was. Even proberen dan maar. Ja hoor, de deur kwam uit op een plaatsje met vuilcontainers achter de sporthal. Ik kon buitenom naar de voorkant lopen. Inmiddels was het kennelijk uitzichtloos druk geworden bij de toiletten die buiten waren opgesteld. Enkele vrouwen hadden besloten hun behoefte dan maar gehurkt achter een auto of verscholen in een nis te doen. "Achter" of "verscholen" ten opzichte van het publiek vóór de sporthal. Ik keek, komende van de achterzijde, opeens tegen vijf paar blote billen aan. Het gekke was dat ík me opgelaten voelde. Kijkend naar een punt ergens hoog in een boom probeerde ik een weg te vinden zonder aanstoot te geven.

Inmiddels werden wij door de speaker opgeroepen zo snel mogelijk naar de start te komen. Ja, ja, we doen ons best. Tien minuten voor de start stond ik dan toch in het startvak. Daar was gelukkig genoeg ruimte om even te rekken. De regen daalde rustig maar gestaag op ons neer. In mijn startvak stond een lange man van in de zestig met een lichte bochel. Op de achterzijde van zijn shirt stond met grote letters "ZUCHT". Verder was het toch wel bijzonder dat hij een paraplu bij zich had. In het gedrang van de start liet ik hem achter me.

De eerste kilometers vielen niet tegen. Het was redelijk vlak en tussen de bomen was weinig wind. Ik liep comfortabel en hoefde maar af en toe in te halen. Regelmatig meanderde het peloton om een plas, zoals een rivier om een klip. Hoe hard zou het gaan? 15 minuten onderweg en nog geen kilometerbordje gezien. Links van mij liep een jonge vrouw met een kleurige 'nep-Buff' (een band die als col, muts of zweetband is te dragen). Ik herkende hem, omdat mijn dochter precies zo'n zelfde voor 1 euro bij de Action had gekocht. Een echte Buff kost wel 15 euro. Dat is dus pure oplichterij.
Daar was het 5 km bordje. 25:55, iets onder schema, netjes. Zouden alleen op 5 km-punten bordjes staan?

Er kwam meer ruimte op het parcours. Het peloton had een voor mij prima tempo gelopen, maar nu werden de verschillen groter. Waar moest ik mij op richten zonder kilometerbordjes? De vrouw met de action-buff, die liep volgens mij wel 1:50 op de halve. (Zou ik het haar vragen?) Bovendien was die goed zichtbaar.
Hé, toch een bordje, 6 km, de laatste kilometer in 4:30, belachelijk. Daar klopt natuurlijk niets van. Zo heb je nog niets aan die bordjes.

Het parcours begon nu duidelijker te klimmen. We gingen richting duinen. Schoorl heeft de hoogste duinen van Nederland. De regen bleef op ons neer druipen. 8 kilometer 40:59. Een minuut onder schema. Toch wat rustiger gaan lopen. Laat de vrouw met de action-buff maar schieten.

De bomen weken wat terug. De wind werd nadrukkelijker voelbaar. Het klom en daalde nu duidelijk. Op de negen kilometer had ik nog kunnen klokken: 46:03, maar daarna zag ik pas weer bij 12-kilometer een paal: 1:01:34. Ik zat dus nu bijna op het juiste tempo van 5:14 per kilometer. "Ja jongens, ik kan wel sneller, maar ik doe het niet. Gaan jullie maar", zou ik willen zeggen. Het lopen voelde nog steeds soepel aan, ondanks het stijgen en dalen en ondanks de wind. Bij de 15 kilometer liepen we pas echt de duinen in. Hier geen begroeiing meer en wel harde wind. Het ging duidelijk moeilijker. Daar voelde ik het pijntje in mijn lies op komen zetten.

Ik zag nu dubbele bordjes. De 30 km route werd apart aangegeven. Dat betekende dat we het stuk vanaf hier twee keer moesten lopen. We zwenkten in Noordoostelijk richting en kregen daardoor de wind van achteren. Het was een voelbare steun in de rug, maar omdat het duin bleef klimmen was het tempo toch niet hoog. Alles wat we stegen zouden we toch ook weer een keer moeten dalen. Toch?

17 kilometer 1:28:24. Ik heb het tempo niet vast kunnen houden. Gelukkig heb ik nog wat ruimte ten opzichte van het schema. Hé daar had je de action-buff weer! Die had ik toch laten gaan? Kennelijk is het voor iedereen wat zwaarder geworden.
Vlak na de 18 kilometer liepen de meeste lopers linksaf en een handje vol rechtsaf de extra lus van de 30 km in. Het daalde nu. Helaas hadden we de wind nu pal van voren. Het leek wel of die sterker geworden was.
19 km, 1:38:59. De laatste kilometer in 5:11. Als ik dit tempo volhoud, kom ik nog keurig op schema binnen.
Het schelpenpad ging over in een pad van mul zand. Vanwege de regen was het niet al te los. We liepen langs een bosrand. De dichtstbijzijnde loper liep op een meter of 60. De regen was opgehouden, maar het liep niet lekker in de wind. Ik was doornat geworden, ook onder mijn jack. Het ging weer klimmen en mijn lies liet zich wederom voelen. Dat is natuurlijk een goede reden om er mee op te houden. Dat zal iedereen begrijpen. Anderzijds, echt pijn is het niet. En dat het lopen niet leuk meer is, is natuurlijk geen reden om te stoppen.
Wat duurt die extra lus lang.

23 kilometer, 2:01:43. Definitief foute boel. Dat schema van mij kan aan de kant. Dat lucht wel op. Nu is het een kwestie van netjes uitlopen.
We kwamen nu weer op het parcours dat we al een keer gelopen hadden. De wind gierde door de duinpassen. Het waaide nu echt harder dan de eerste keer. Voor mij gingen enkele lopers over in wandelen. Nog even volhouden. Het stuk tot de splitsing hebben we net ook gelopen, dat moet dus in ieder geval kunnen. Daarna is het nog maar een dikke 3 kilometer. Die kan er altijd nog wel bij.

26 kilometer, 2:18:58. Nu kijk ik niet meer voor ik gefinisht ben. De afslag voor de 30 kilometer was inmiddels afgezet. De limiettijd voor het ingaan van het extra rondje was verstreken. Het laatste stuk naar Schoorl moet toch dalen, zou je zo zeggen. Maar daar was weinig van te merken. Tussen de bomen was de wind wel minder.
De vorige keer, in Vorden, kreeg ik op de laatste kilometers vleugels. Nu liep het niet lekker, maar het was vol te houden.

Vlak voor de 28 kilometer hoorde ik sirenes in de verte. Laten we hopen dat het meevalt. Wat later hoorde ik meer sirenes. Het was nu een stuk dichter bij. Even verderop stonden twee ambulances en een politiewagen. Er lag iemand op de grond die werd afgeschermd met een rood plastic zeil dat werd opgehouden. Alleen de voeten waren zichtbaar. Zo te zien lag hij/zij om de buik. Raar. Je kan verder niets doen, dus je loopt door.

Wat duren die laatste kilometers lang. Gelukkig, daar is de finishboog. Oh nee, dat kan hem niet zijn. Er hangt niet eens een klok in. Een bocht en nog een bocht en dan is daar dan toch eindelijk echt de finish. Hé daar loopt Isabel. "Isabel!" Isabel kijkt en steekt haar hand op. "Zet hem op!"

Vlak voor de finish haalde ik ZUCHT met zijn paraplu in. Die heeft goed gelopen! Oh nee, hij heeft een nummer dat begint met een twee. Hij heeft de halve gelopen.
De finish, 2:42:12, dik 5 minuten boven schema. Laten we maar zeggen dat dit gewoon een trainingsrondje was, want dat was het natuurlijk ook. Bovendien bleek later uit de finishfoto dat ik nog steeds in een keurige houding liep. Dat is ook wel eens anders geweest.

Na het rekken bleek de sporthal direct om de hoek te liggen. Een stroom lopers voor de 10 kilometer kwam op ons af. Binnen was veel minder druk, maar het was toch nog niet zo makkelijk om een plaatsje te vinden. Bij het uitkleden viel me op hoe nat mijn kleren waren en hoe koud mijn benen. (Thuis bleken de natte loopkleren 2,5 kilo te wegen. Na wassen en drogen wogen dezelfde kleren 1 kilo.) Douchen was er niet bij in deze drukke sporthal. Alleen afdrogen en omkleden.
Het was weer een flink stuk lopen naar de bus. Dat was nu wel lekker voor het herstel. Het zonnetje brak door. Die 10 kilometer lopers boften maar.
De pendelbus moest wachten tot hij vol was. Daar stapte ook ZUCHT in. Hij ging op een plaats schuin voor mij zitten. Even later kwamen twee jonge vrouwen binnen. De voorste zei: "Kijk, daar heb je die meneer met het kapsel van 100 euro." En ze wees haar vriendin ZUCHT aan. "Dat was u toch hè, meneer. Die met die paraplu liep? Ja, als je zoveel geld uitgeeft aan de kapper zou ik het ook doen."

Het stuk van de bus naar het station liep een stuk moeilijker. In zo'n bus stijf je flink op. De intercity was helaas net weg. Dan maar de stoptrein en een keertje extra overstappen. In de trein merkte ik dat ik wat rillerig was. Ik had natuurlijke geen warme douche gehad. De kou zat nog in mijn lijf.
Als je alles goed bekeek, waren het gewoon zware omstandigheden geweest. Dat ik met mijn jack aan had moeten lopen had toch zeker 1 minuut gescheeld, alleen al omdat je je transpiratie niet goed kwijt kan. Als je daar nog eens 1,5 minuut voor de wind en 2,5 minuut voor de duinen bij optelde, had ik ten opzichte van Vorden toch eigenlijk wel een PR gelopen. Alleen was dat aan de tijd niet te zien. Pech. Als troost mocht ik nu toch die racefiets van marktplaats kopen.

Thuis was ik benieuwd naar de uitslagen op internet, daar zijn ze heel snel mee in Schoorl, en hoe het afgelopen was met de loper bij de ambulance. Niets te vinden over een ongeval. Gelukkig, dat is dus met een sisser afgelopen. Dirk bleek 1:42 over de halve marathon te hebben gedaan. Jurjen en zijn vriendin zouden ook meelopen, maar die kon ik niet vinden in de uitslag.

Maandag viel de spierpijn mij erg mee. Ook mijn lies voelde alleen maar een beetje strak. Ik herstelde dus wel snel.

Dinsdag zat ik in het bedrijfsrestaurant aan een kop erwtensoep, toen twee collega's bij mij aanschoven. Eén ervan, die zelf hardloopster is, vroeg mij hoe het gegaan was in Schoorl. "Zwaar." zei ik. "Ja," zei de andere collega, "ik heb op teletekst bij RTV-Utrecht gelezen dat er nog iemand uit Soest is overleden, die daar samen met zijn vriendin aan de wedstrijd meedeed."
[Censuur] ... Jurjen! Hoe kan het dat ik daar niets van gehoord heb. Ik stond direct op en ging terug naar mijn bureau. Ik zocht internet af of er een bericht te vinden was. Niets. Niet op de site van de wedstrijd, niet bij hardloopnieuwssites, niet bij Pijnenburg, .. wel bij RTV-Utrecht. Wat nu?
Uiteindelijk besloot ik Dirk te bellen. Gelukkig was hij op z'n werk bereikbaar. Hij was ook geschrokken toen hij het bericht had gehoord, maar Jan B. had weer geweten dat het slachtoffer iemand van De Schieter (de Soester triathlonvereniging) was geweest. Op de website van De Schieter was inderdaad wel te vinden om wie het ging. Een eerste klas atleet. Veel te jong. Heel triest.

Ik vind het werkelijk onbegrijpelijk en onbehoorlijk dat een wedstrijdorganisatie zo'n triest voorval zonder enige mededeling laat passeren. Ik denk niet dat ik ooit nog een wedstrijd in Schoorl ga lopen.

P.S.
Vrijdag zag ik dat er nu toch een condoleance op de website van de Groet uit Schoorl staat, gedateerd 13-2-07. Die moet er dan wel 's avonds laat op zijn gezet. In ieder geval te laat.