Zondag 7 oktober deed ik mee aan een hardloopwedstrijd die startte en finishte naast het Coster-beeld op de Grote Markt in Haarlem, net om de hoek bij het oude pand van Joh. Enschede & zn., het pand waar ik in mijn jonge jaren onderzoek heb gedaan naar 17de-eeuwse advertenties in de Oprechte Haerlemse Courant. Ik heb heel goede herinneringen aan die periode en toen een collega mij attendeerde op "de Zilveren kruis Achmea halve marathon", was ik direct enthousiast. Het parcours liep bovendien langs "Kraantje Lek" (ook al jeugdsentiment) en door de Kennemerduinen. Ik hoopte een beetje dat "Het kopje van Bloemendaal" ook in de route opgenomen was. Dat deze wedstrijd zo kort voor die in Amsterdam zat weerhield mij niet. Gewoon een beetje rustig aan doen.
Ik reis eigenlijk altijd met de trein en sinds kort ook met de OV-fiets. Die kan je, als jaarkaarthouder, heel gemakkelijk lenen op het station. Een uitkomst als je eerst nog een flink stuk moet lopen om je startnummer op te halen, vervolgens je naar de kleedruimte moet begeven (op zolder bij een budoschool) en dan weer ergens anders je tas met 'kostbaarheden' moet inleveren. Helemaal lekker is dat je na de wedstrijd naar het station kan fietsen. Je hebt dan al genoeg gelopen.
In Haarlem kreeg ik een prima fiets mee. De voorbereiding van de wedstrijd ging voorspoedig. Waarschijnlijk wegens de obscure ligging van de kleedruimte was er volop plaats en nauwelijks wachttijd voor de twee [sic] toiletten.
Ook in Haarlem was er weer een loper die meende vooraan te moeten starten, maar het niet nodig vond daarvoor als wedstrijdloper in te schrijven of tijdig in het startvak te gaan staan. Hij perste zich zo'n vijf meter voor mij langs een vrouw die daardoor bijna omviel en duidelijk ergens pijn had. Toen ze wat van het dringen zei, liepen de gemoederen zo hoog op dat iemand zich opwierp als levende scheiding. Eigenlijk zou dit soort mensen gewoon door de wedstrijdleiding naar achteren moeten worden gehaald.
Ik heb vrij lekker gelopen. Het mocht niet te hard, want ik was natuurlijk eigenlijk in training voor Amsterdam. De eerste 10 km ging heerlijk relaxed, we liepen grotendeels vlak en meestal onder bomen. Richting de duinen begon het toch wat zwaarder te worden. De zon hielp daar ook weer aan mee. Het is dit jaar of de duvel er mee speelt. Elke keer als ik een wedstrijd loop, is het een onverwacht "mooie" dag. Dit keer moest ik dus bij een graad of twintig en nauwelijks wind de Kennemerduinen beklimmen.
Voor het publiek was het natuurlijk fantastisch. Onderaan een duin zat een vrouw op een lage tak in een boom heerlijk te zonnen. Het geluk straalde van haar gezicht. Ze vergat helaas wel ons aan te moedigen, maar het tafereel op zich was de moeite waard.
De duinen waren lastig. Het zwaarste was echter het laatste stuk, vanaf de 16 km. Dat was zuiver psychologisch. Bij 16 km stond er namelijk een vrouw aan het parcours die mij toeriep dat het nu alleen nog maar zou dalen. Fijn, dacht ik, net als in de Zeven Heuvelenloop. Maar het bleek een infame leugen te zijn. Ik ben daarna nog zeker 5 flinke klimmen tegengekomen. In de laatste kilometer zat ook nog een superstijl voetgangersbruggetje. Je weet wel, met van die ribbels erop, omdat je anders terug glijdt. Direct na dit bruggetje moesten we onder een ontzetten lage brug door. Als ik 10 cm langer was geweest, had ik er niet rechtop onderdoor gekund. Ik weet niet of dat ook psychologisch was, maar volgens mij was zelfs het zuurstofniveau onder de brug laag.
Maar al met al toch lekker gelopen in een leuke omgeving. 1:47:36 is denk ik zelfs te snel voor een trainingsronde op zo'n parcours. De douches op de obscure zolder bleken ook nog eens onverwacht goed. Als klap op de vuurpijl ging de rit terug met de fiets zo goed, dat ik nog een trein eerder naar huis had ook.
Volgend jaar ga ik weer, maar dan blijf ik nog wat drinken in café "De Uiver", net als vroeger, toen ik met die 17de-eeuwse kranten bezig was. Dat moeten jullie ook eens doen, als je in Haarlem bent. Dat drinken in "De Uiver" bedoel ik. Die kranten, daar vinden jullie vast niks aan. Of misschien toch?
8 april 1662 Een yegelijck wert bekent gemaeckt dat Jean Coupry, Soon van d'oude Francoise Schoolmr. tot Serdam, van Wooningh verandert is, en woont nu tegenwoordigh in de Molenbuert, op 't Silvere Pat, alwaer hy extraordinare gelegentheyt van groote Huysinge, School, eene luchtigen besloten Speel-plaets heeft, om allerhande Kinderen van qualiteyt te logeeren, en in de Francoise Tael, mitsgaders in Lesen, Schrijven, Rekenen, oft in het Italiaens ende Scheeps-Boeckhouden te onderwijsen: Soo daer ymant begeerigh is zijn Kinderen School te legghen, addresseere hem aen den voorn: Jean Coupry, hy sal een yder voor een civilen prijs accommodeeren, en goede instructie doen. |
16 april 1675 Niclaes van Kerkem ende Margriet Verhagen, Knecht en Meyt, laetst hebbende gewoont op 't Huys ter Nieuburgh, tusschen Sassem en de Post-Brugh, zijn sinisterlijck doorgegaen tusschen den 7 en 8 April 1675, mede nemende 14 nieuwe Spaensse Stoelen, onbekleet; twee groote Spiegels; twee Behangsels van Ledecanten; drie Bedden; een Tafel-kleet, Linnen, Wollen, Schilderyen, Porceleyn, eenig Tin en Koper, en een Koffer: Soo yemant het selve mochte vernemen, of deselve achterhalen, belieft sich t'addresseren aen den Substituyt Bailliuw van Rijnlandt tot Leyden, op t'Uytrechtse Veer, sal een eerlijcke Vereeringe hebben. |