De laatste weken ging het lopen niet zo goed. Snelheid en afstand vielen nog mee, maar na afloop ik was erg moe en koelde ik zo af dat ik onder een deken moest kruipen om weer op te warmen. Twee weken geleden ging het ook mis met de snelheid. Ik moest afhaken bij de trainingsgroep waar ik normaalgesproken voorin mee kan. Eenzaam op weg terug naar de kleedkamers kwam ik een langzamere groep van onze vereniging tegen. Ik mocht aanhaken, maar ook dat bleek pittig te zijn. Ik concludeerde dat het leeftijdsverval nu voortvarend was ingetreden.
Vorige week ging ik naar Sanquin, de bloedbank, waar ik donor ben. Daar word je voor afname altijd even gekeurd. Op het keuringsformulier vulde ik zoals altijd in dat ik heel braaf en saai had geleefd, zodat er vrijwel geen kans was op enge besmettingen. Niettemin werd ik afgekeurd. Wat bleek: mijn hemoglobine-niveau was een vol punt lager dan normaal bij mij en zelfs onder de norm voor donatie. Dat verklaarde enerzijds een hoop en riep anderzijds vragen op. Wat is de oorzaak van deze bloedarmoede?
Enfin, toen gisteren bij de clubkampioenschappen cross een trainingsgenoot suggereerde dat ik wel “in bloedvorm” zou zijn, sloeg hij dus de spijker op z’n kop, alleen anders dan hij bedoelde. Het had dus voor mij geen enkele zin om de competitie aan te gaan en moest mijn eigen race lopen. Dat was zwaar genoeg, want we moest drie rondes van 2 kilometer door een bos met flinke baggerige stukken. Ik kwam net binnen de 30 minuten over de finish, hetgeen mij een klassering in de middenmoot opleverde.
Over het proces kan ik echter tevreden zijn. De hele race op mijn drempel gelopen en slechts een klein beetje verval per ronde. En Erik O. was ook tevreden, omdat hij mij voor was gebleven. Tevredenheid alom dus.
Eenmaal thuis was ik wel weer erg koud en moe. Ik heb gelezen dat ik meer bladgroente moet eten en minder thee en melk moet drinken. Als de vorm van mijn bloed vooruit gaat, dan komen de tijden ook wel weer.