Henschotermeer

Dit was een gezinsuitje. Angeniet (9 jaar) liep de kidsrun van 1500 meter en Roemer (12 jaar) zou in de prestatieloop 5 km lopen. Christine (46 jaar) was supporter in de letterlijke betekenis van ondersteuner en Arnout (11 jaar) lag thuis voor de playstation of zo.
We gingen met de auto (8 jaar) en hadden aanvankelijk wat moeite om gestartnummerd en wel van huis weg te komen en later om de (gratis) parkeergarage te vinden. Het kwam allemaal goed...... Behalve het weer. Het regende matig tot flink en het waaide af en toe behoorlijk. Met een temperatuur van 7 graden is het dan toch wat frisjes. Op weg naar de stad kwamen we Jurjen tegen, die ook in deze omgeving het onbekommerde voorkomen had van een skileraar.
Nu kwamen we in de drukte bij de warming up op muziek door Sjollema c.s. Veel mensen waren gewapend met paraplus en zorgden daarmee voor plenzen water in je nek of voor een bijna uitgestoken oog. Zelfs in het startvak! Ik zelf (47 jaar) was alternatief gewapend tegen het slechte weer. Ik was gekleed in short tight en t-shirt, maar wel ingesmeerd met babyolie. Voor het eerst. Dat wil zeggen, voor het eerst in mijn hardloopcarrière. Nog wel even een jack aan tot de start.
Ik was van plan rustig aan te doen en de eerste ronde bij Roemer te blijven. Ik had de dag ervoor nog flink getraind en op het moeilijke parcours was mijn lies weer op gaan spelen. Bovendien moet je met een marathon op twee weken afstand geen gekke dingen meer doen. De tweede ronde zou ik wel zien hoe het ging. Alles geheel vrijblijvend. Maar het liep anders.

Roemer kondigde aan dat hij alvast warm ging lopen. Even later gingen Christine en Angeniet naar het startvak van de Kidsrun. Ik zou bij de startstreep blijven. Daar heb ik Angeniet nog langs zien komen en kunnen aanmoedigen. Wijs geworden door de vorige keer ging ik niet mee naar de finish. Als je pech hebt zie je toch niets en bovendien zit de start van de prestatieloop zo dicht op de finish van de Kidsrun dat je daarna moet haasten om achteraan te aansluiten. Ik bleef dus in het startvak en hoopte dat Roemer zich bij mij zou voegen.
Dat gebeurde niet. Ik stond daar geheel in mijn eentje de regen en wind te doorstaan. Later kwamen meer mensen zich melden. Co, Christiaan en Katja kwamen langs. Dirk nestelde zich vlak achter mij in het startvak. Maar geen Roemer. Vlak voor het startschot kon ik nog net mijn jack kwijt aan Christine die inmiddels terug was van de Kidsrun. Ook zij had Roemer niet gezien. (Ze vond later wel zijn jack op een marktkraam.)
Wat nu? Gewoon lopen dan maar met dat verkleumde stijve lijf. Het startschot ging en ik had het voordeel dat ik vrijwel vooraan stond. Ik kon dus direct tempo maken. Dat had ik waarschijnlijk beter niet kunnen doen, want meteen voelde ik dat mijn pectineus het niet leuk vond. Het regende en waaide en de steentjes bleken hier en daar nog aardig glibberig ook. Nog voor de eerste bocht was ik al ingehaald door heel wat echte cracks en even later voelde ik een ferme tik op mijn schouder. Hans, kennelijk geheel genezen van de spit, vroeg mij of het goed ging. Ik zei van niet en een lelijk woord en dat ik het waarschijnlijk wel bij één ronde zou laten. Ik verwachtte dat hij mij meteen voorbij zou lopen, maar dat deed hij niet. Ook de volgende kilometer kwam hij niet voorbij. Ik dacht dat hij niet ver achter mij zou zitten, maar ik moest hem misschien nog een poosje uit de wind houden. Dirk moest daar ook ergens wachten op het juiste tijdstip om mij voorbij te gaan. Dat kon elk moment gebeuren.
Hoewel het parcours helemaal in de stad ligt, zitten er toch flinke stijgingen en dalingen in. Die stijgingen zitten vooral in het midden van het rondje van 5 km. Ik klokte de kilometers wel, meer als automatisme, maar besteedde er geen aandacht aan. Veel te wisselvallig op zo'n parcours. En het ging tenslotte om niets. De pijn in mijn lies nam geleidelijk af, net als de regen. Bovendien daalde het parcours op het laatste stuk van de ronde, dus was ik aardig hersteld toen de keuze kwam: doorlopen of finishen. Nu had ik ingeschreven voor 10 km, misschien zou ik geen officiële tijd krijgen als ik niet de volle afstand uitliep. Hans en Dirk moesten nog achter mij zitten, dus hoewel het beroerd voelde, kon het niet echt slecht gegaan zijn tot nu toe. Vooruit dan maar. Nog een rondje en sportief verliezen.
Bij de 7 kilometer begon ik duidelijk te verzuren. Hier zat ook de zwaarste klim. Bij 8 kilometer werd ik misselijk en vroeg ik me af of dit nog wel leuk was. Ik schiep moed in de wetenschap dat het laatste stuk zou dalen, maar voelde dat ik inzakte. Ik werd ook nu weer door een aantal mensen voorbij gelopen, maar in geen van hen herkende ik Hans of Dirk! Volhouden dus. Het laatste stuk ging weer beter. Goed de benen optillen. Lange passen maken. Shit toch nog een hellinkje. Daar is de bocht voor het laatste rechte stuk.
Ik hoorde de speaker roepen dat er nog een halve minuut was om binnen de 45 minuten te finishen. Hoe ver moest ik nog? Mijn blikveld was ernstig vernauwd. Ik heb Christine en Angeniet niet zien staan. (Volgens hen zag ik er op dat moment heel akelig uit.) Ik ben zelfs onder de Hydron-boog doorgelopen zonder deze te zien. Daar was de finish. Ik zag de seconden wegtikken: 45:12, 45:13, 45:14, 45:15, en daar was de mat van de championchip. Mijn blikveld verruimde en ik keek achterom. Geen bekenden. Naar de uitgang dan maar, met een vet PR op zak. Wie had dat gedacht onder deze omstandigheden..... Ik niet.
Achter de finish bleek dat Roemer weer terecht was. We weten nog steeds niet waar hij heeft uitgehangen. Hij liep zijn 5 km met 27:56 netjes, maar wel iets langzamer dan de vorig jaar. Toen was het lekker warm en regende het niet.
's Avonds bleek in de officiële uitslag dat ik Hans en Dirk 1:19 was voorgebleven. Daar ben ik heel tevreden over, vooral omdat ik Dirk bij de clubkampioenschappen cross in de laatste 200 meter heb moeten laten passeren.
Zo zie je maar. Gehard in Connemara kom je onder barre omstandigheden tot de beste resultaten.

P.S.
Voor dat er vragen over komen: Angeniet liep de 1500 meter in 8:54.