Deze wedstrijd zat in het midden van een zware hardloop 3-daagse.
Op vrijdag had ik tussen de middag in Amsterdam nog een duurloop van 18 km gedaan. Die ging heel goed en was bovendien heel comfortabel. De douche in mijn kantoor was gerepareerd, zodat ik niet naar het hoofdkantoor hoefde om om te kleden. Dat scheelt zo 2 x 10 minuten. Bovendien bleek onze douche veel lekkerder dan die op HK.
Verder was de duurloop extra geslaagd omdat ik dit keer geheel zonder fout te lopen het rondje langs de Gaasperplas, de Gein en Abcoude heb volbracht. En omdat ik vanaf de provinciale weg gezelschap kreeg van Jan Hendrikse, die mij de rest van het traject vergastte op zijn verhalen. Deze Jan Hendrikse bleek, behalve parkeerwachter in Amsterdam, toch vooral wedstrijdloper bij Veteranen Nederland te zijn. Een subtopper. Hij liep graag met mij mee om het voor hem onbekende traject te verkennen en om zich in zijn tempo te laten temperen. Hij mocht immers niet te hard, want hij had een wedstrijd voor de boeg. (Dit herhaalde hij tegen iedere loper die wij onderweg tegen kwamen.)
De dag van de wedstrijd had ik dus nog wel wat duurloop in de benen. Harry vond dat natuurlijk helemaal niks. Maar ja, wat moet je als je voor een marathon traint? Die duurloop haal je niet zomaar in.
Bij het gezamenlijk inlopen hadden wij Eric O. als verstekeling. Zijn collega D-lopers waren nog nergens te zien. We raakten aan de praat over onze beider marathontraining. Eric nodigde mij uit zondagochtend met hem en zijn trainingsgenoten een duurloop van 22 km te doen. Dat leek mij een aardig idee. Zo'n afstand stond voor mij ook op het programma.
Door mijn geklooi met de schoenen kwam ik in een zeer onvoordelige startpositie terecht. Ik had namelijk ingelopen op mijn gewone Nikes, maar besloot de wedstrijd toch op de spikes te lopen die ik bij de finish had neergelegd. Het spande erom of er nog genoeg tijd was om te wisselen. Twee tellen voor het startschot ging wist ik me nog in het statvak te melden, maar wel helemaal achteraan. Ik besloot me snel een weg te worstelen langs alle langzame lopers. Omdat ik geen eindsprint heb maar wel duurvermogen, moet ik mijn concurrenten al vroeg in het oog hebben en halverwege toch wel achter mij laten.
Na wat inspannend slalomwerk was ik door de kluwen heen, had ik o.a. Cristiaan, Eize en Jurre ingehaald en Cees en Frans in het vizier. Er was nu ruimte om mijn eigen tempo te lopen. Ik had er echter inmiddels dermate de sokken in, dat ik ook deze twee voorbij ging. Frans haakte direct aan.
Ik verwachtte dat Roger nog voor mij zat. Als ik dus een beetje door zou lopen, was er geheel tegen de verwachting in toch nog een kans op een podiumplaats. Ik liep flink uit op Cees, maar Frans bleef anderhalve ronde lang vlak achter mij hangen.
De banaan die ik 's ochtends had gegeten bleek slecht verteerd en begon mij aardig dwars te zitten. Bij de tweede doorkomst begon ik me af te vragen of dit nog wel een ronde vol te houden was. Even later begon ik ook mijn benen flink te voelen. Natuurlijk nog niet helemaal hersteld van de vorige dag. Het tempo moet al omlaag gegaan zijn, want Cees was er weer bijgekomen en kort daarna passeerden ze mij. Aanpikken zat er niet meer in. Jammer, geen medaille dus.
150 meter voor de finish hoorde ik Dirk achterop komen. Hij had nog wel een eindsprint. Even riep ik noch: "dat gaat niet gebeuren", maar het was toch al op en het ging nergens meer om.
Na de finish begreep ik dat ik niet alleen Martin was vergeten, die nog voor Roger gefinisht was, maar dat de eerste plaats was gegaan naar Co van L., die zonder dat wij het wisten in onze categorie meeliep. Dat betekende dat ik op de 7de plaats was geƫindigd en sowieso geen onverantwoorde dingen had moeten proberen.
's Middags voelde ik me behoorlijk moe. Het was maar goed dat de geplande bestuursvergadering wegens OV-problemen niet doorging.
Zondagochtend was het dus om 8 uur uit de veren voor de 22 km groepstraining vanaf Pijnenburg. De wereld was wit en de temperatuur rond het vriespunt. Het was zo glad dat de auto voor Auto Rooij het verkeersplein op gleed in plaats van er omheen.
Gelukkig was er niemand van de D-groep op tegen dat ik meeliep. Het ging aanvankelijk vrij rap, omdat Jef het tempo trok en hij niet wist dat Anita een rustige duurloop had ingepland. Ik liet mij niet kennen en liet de protesten aan de lopers achter mij over. Na dit versnelde 'inlopen' ging het verder in een hebbelijker tempo richting Groeneveld. Het was prachtig, vooral als het zonnetje doorbrak. De gladheid viel erg mee, behalve op die stukken waar auto's hadden gereden. Het tempo was precies goed om nog te kunnen praten.
Weer terug op de Wieksloot gingen Peter en daarna ook Jef er vandoor 'in hun eigen tempo'. Eric en Rene probeerden nog te volgen, maar ik haalde ze al snel weer in. Kort na Eric kwam ik als vierde loper aan bij de baan, ruim voor de vijf anderen. Daar gaat het natuurlijk helemaal niet om, maar het is toch lekker om te weten dat je niets onderdoet voor de D-lopers.
In deze training liep ik ongemerkt mijn 2000ste km hard.
En toen, eenmaal thuis, had ik honger en was ik moe. Zo moe dat ik 's middags toch maar even op bed ben gaan liggen.