Hier zag ik wel tegenop.
Ik had er gedurende de week al de nodige kilometers opzitten en ik voelde dat die begonnen te tellen. De zaterdag voor de wedstrijd was het 0 graden met een gure oostenwind kracht 4 en af en toe regen. Tijdens de training met de C1 hadden we een 5 km testloop op de baan die gefilmd werd. Het inlopen ging al niet lekker en op de 5 km bleef ik steken op 0:23:28 (12,78 km/u). Ik liep de week ervoor zelfs de 6,5 km cross sneller. De enige troost was dat ik wel heel vlak liep. Met deze conditie en dit weer zou 30 km geen pretje zijn. Met enige tegenzin pakte ik 's avonds mijn tas in voor de volgende dag.
Zondag was alles anders.
Ik had goed geslapen en stond op toen de rest nog in diepe rust was. Buiten was het nog wel rond het vriespunt, maar de zon scheen en het waaide niet zo hard. De teff-boterhammen waren niet zo goed gelukt, een beetje ingezakt, maar de smaak was heel behoorlijk.
Tegen de tijd dat ik naar het station moest, was de rest ook op, dus ik werd nog even uitgezwaaid. Het zou een reis van korte stukjes worden. Met de auto naar het station in Amersfoort. Van Amersfoort met de trein naar Apeldoorn. Van Apeldoorn naar Zutphen. Van Zutphen naar Vorden. Het nodige risico dat je de aansluiting mist dus, maar alles ging perfect. Het is altijd leuk om in van die dieselboemeltjes te zitten in het oosten van het land. Voor het raam trokken heel verschillende landschappen aan me voorbij.
In Vorden was de route naar de sporthal aangegeven met borden. (Dat rijmt.) Het was maar 6 minuten lopen. De sporthal was niet groot, maar lang niet vol. Alles ging er heel gemoedelijk aan toe. Toen bleek dat ik als voorinschrijver eigenlijk mijn startnummer thuis bezorgd had moet hebben en dit naar mijn zeggen niet het geval was, vertrouwde men mij op mijn blauwe ogen en kreeg ik een ander. Iedereen was vriendelijk, nergens stress.
Op het laatste moment besloot ik toch maar zonder jack te lopen. Bij zo'n changement is een startnummerband een uitkomst. Ik was gepakt en gezakt met eigen flesjes sportdrank en drie fruitrepen. Deze wedstrijd zou ik om te oefen voor de marathon onderweg ook eten. Die fruitrepen had ik de dag van tevoren nog uitgezocht bij AH. De AH-fruitrepen bleken dezelfde energiewaarde te hebben als de repen van Isostar, maar ze waren veel goedkoper.
In het startvak was het heel gezellig. Niks geen gedrang. Nu zou je zeggen dat dat met maar 600 mensen in een vak ook niet hoeft, maar ik heb andere ervaring in het midden en westen van het land. De deelnemers van de 10, 21 en 30 km stonden door elkaar. Ik raakte aan de praat met iemand die deze loop ook deed als opbouw naar een marathon. Hij vond het uitermate geestig dat ik zei dat ik ieder geval een PR ging lopen, aangezien dit mijn eerste 30 km was. Ook met flauwe grappen kan je dus beter in het oosten zijn.
Ik had uitgerekend dat als ik een marathon binnen 4 uur wil lopen, ik de 30 km in ongeveer 2 uur 47 moet kunnen lopen; 5:34 per km. Stiekem hoopte ik toch wel 2 uur 45 te kunnen lopen, 5:30 per km rekent ook een stuk makkelijker, maar ik moest natuurlijk geen gekke dingen gaan doen. Het startschot klonk om 12:15 uur. Rustig sjokte de menigte over de startstreep. Het verschil met de bruto tijd zou 35 seconden zijn.
Zeker in het begin is het altijd even oppassen. Je wilt de wat tragere lopers natuurlijk inhalen, maar daarbij weer niet zo hard gaan dat je in een te hoog tempo terecht komt. Het ging bijna mis. Zowel de eerste als de tweede km liep ik in 5:12. Het viel niet mee om echt veel langzamer te lopen. De km-bordjes hielden op, waarschijnlijk omdat de het 10 km parcours afsplitste. De afstand werd nu alleen maar op de 5 km-punten aangegeven. Dan blijk je achteraf toch 5:23 per km te hebben gelopen met het gevoel dat je je inhoudt.
Het parcours was mooi en afwisselend. Op veel plekken lag sneeuw. We liepen langs akkers, boeren erven, weiden, parken en helaas toch ook nog een stuk langs een provinciale weg. Overal stonden keurig verkeersregelaars. We liepen grotendeels over geasfalteerde paden, maar ook over hobbelige keien en zandpaden. De stukken in de schaduw waren nog bevroren, maar die in de zon al modderig. De zon was overigens heerlijk en van de wind had je maar af te toe last. Even vielen er wat sneeuwvlokken.
Bij de 10 km begon ik me toch wel af te vragen waar die kastelen nu bleven, maar ook de official langs de kant moest mij het antwoord schuldig blijven. Ik had de tweede 5 km in 26:31 afgelegd. Dat was dus nog steeds onder schema. Als dat maar goed gaat. Tandje terug dus en tijd voor de eerste fruitreep. Het eten ging verrassend goed. De repen waren niet zo droog en lieten zich makkelijk kauwen. Slokje toe. Prima.
15 km en nog geen kasteel gezien. Gemiddeld 5:29 per km gelopen. Dat is bijna precies op de ondergrens van mijn schema. Vasthouden dit tempo en de tweede reep.
Nu kwam ik toch eindelijk langs een kasteel. Ik besloot dat dit de Wildeborg moest zijn waar de dichter Staring gewoond heeft, want daar had ik mij op verheugd. "Sikkels blinken, sikkels klinken, ruisend valt het graan." (Aangevuld door drs P met "Als je iemand weg ziet hinken, tja, dan is het mis gegaan.") Met name hier liet het wegdek te wensen over, wat waarschijnlijk de reden is waarom het tempo inzakte tot 28:16 over de laatste 5 km. Ik had dat niet gemerkt, omdat mijn positie ten opzichte van het lopersveld niet echt veranderde. Ik voelde me echter prima, dus dan maar even een tandje erbij voor de laatste 10, en laat die derde reep maar zitten.
Nu kwamen de lopers van de halve marathon, die net als de 10 eerder waren afgesplitst, weer bij ons op het parcours. Het waren er nog redelijk wat. Als wij nu samen naar de finish moesten lopen dan hadden we zelfs in absolute zin toch heel wat van hen geklopt. Na zo'n 200 meter bleek echter dat wij nog een ommetje te maken hadden en zij niet.
De kilometers trokken aan mij voorbij en het ging prima. Het knorrige gevoel dat ik bij een dergelijk afstand wel eens in de maag krijg bleef uit. Goeie repen! De benen werden wel een beetje zwaar, maar niet erg. Helaas begon de linker achillespees wat op te spelen, maar het bleef onder de pijngrens.
Na 25 km bleek ik een totale tijd van 2:14:21 te hebben. Het tempo moest behoorlijk omhoog zijn gegaan, maar ik had geen zin meer om er aan te rekenen. 2 uur 14 was geweldig. Zelfs met 6 minuten per km zou ik nog op mijn streeftijd uitkomen. Maar waarom inhouden. Het was nog maar 5 km en ik voelde mij uitstekend. Ik had de afgelopen kilometers al een paar lopers ingehaald, maar voor mij liepen er nog een paar die ook te kloppen moesten zijn.
Achteraf is het eigenlijk onbegrijpelijk wat er gebeurd is. Het enige wat ik deed was de pas iets verlengen, de armen wat steviger inzetten en niet meer op mijn horloge kijken. Inderdaad lukte het nog een paar lopers te kloppen. De een wat makkelijker dan de ander. Sommige waren inmiddels gaan wandelen. Er liep nog iemand in een blauw Fortis-shirt voor mij. Zo lelijk, daar moet je voorbij. Even aanzetten om nog voor hem door de bocht te kunnen. Hé, wat is dat? Is daar de finish al? Dat kan bijna niet.
Maar hij was het toch. De speaker riep mijn naam en tijd om toen ik onder de zwarte boog doorliep. 2:37:52! Mijn horloge had een netto tijd van 2:37:17! Hoe is dat in hemels naam mogelijk? Ik liep terug om nog eens naar de klok te kijken. Die stond nu weliswaar op 2:38 en nog wat, maar het was duidelijk dat noch de speaker, noch mijn eigen horloge abuis was. Ik had tien minuten onder mijn streeftijd gelopen.
Pas in de trein op de terugweg kon ik becijferen wat er de laatste vijf kilometer gebeurd was. Die had ik in 22:57 met 13,06 km per uur afgelegd. Dat is heel snel. Dat is sneller dan ik de dag ervoor op de baan had gelopen! En dat terwijl ik er al 25 km op had zitten. Ik heb het inmiddels wel twaalf keer nagerekend en de tussentijden in mijn horloge even zo vele keren opnieuw bestudeerd. Tenzij de km-aanduiding op het parcours verkeerd was, moet dit toch echt kloppen. Ongelofelijk.
De thuisreis voltrok zich in een roes. Wel keurige alle aansluitingen gehaald.
Thuis was ik niet de enige die een verhaal te vertellen had. Angeniet was met een partijtje wezen schaatsen, Arnout was op een nieuw level in zijn videogame gekomen en Roemer bleek 3,5 km getraind te hebben voor de Hilversum City-loop. Ik geloof niet dat geland is hoe bijzonder dat laatste stuk van mijn prestatie is. Ik zal dit keer mijn verslag ook maar weer aan Harry mailen.
Die marathon op Tweede Paasdag, die komt wel goed.
..... op hetzelfde tijdstip liep Haile Gebrselassie de 25 km in Alphen aan den Rijn in de recordtijd van 1:11:37 (20,94 km/u). Dat stemt dan toch weer even tot bescheidenheid.