Over 'pinnen', 5-2-2016.
Gisteren [4-2-2016] bracht het tv-programma Nieuwsuur een item over fraude bij "contactloos pinnen". Opeens realiseerde ik me dat er een grens was overschreden in de ontwikkeling van de betekenis van het woord 'pin(nen)'.
Nachtelijke top/b partij, 21-2-2022
Ik heb als elfjarige leren schaken van de Teleaccursus die in 1969/1970 werd uitgezonden. Mijn vader had zich daarvoor ingeschreven. Het bijbehorende boek heb ik nog. Van de uitzendingen rest de herinnering: ingetogen, zwart/wit, magneet demonstratiebord, twee leerlingen (man en vrouw) in de studio en ex-wereldkampioen Max Euwe als gastdocent. Bij mijn vader is het vuurtje nooit gaan branden, maar ik vond het erg leuk.
Helaas had ik beperkt talent. Later, op schaakclub Corbulo, bleef ik in de middenmoot steken. Dat matigde mijn enthousiasme een beetje, maar het bleef een mooi spel. Ik hield de schaakevenementen zo een beetje bij. De krantenknipsels over de match Spassky-Fisher (1972) heb ik nog lang bewaard. In 1976 was er echter een ‘belangrijk’ evenement waar ik zelf aan mee mocht doen: de recordpoging simultaanschaken door Hans Böhm.
Het gebruik en misbruik van Zoladz-zones, 25-7-2016
Bijna iedereen die zich heeft voorgenomen nu eindelijk eens werk te maken van zijn of haar conditie schaft zich ter motivatie een sporthorloge aan. En ook degenen die hun draai gevonden hebben in het hardlopen hebben er vaak een. Tegenwoordig kan daar van alles mee, zoals de appjes op je telefoon volgen of een muziekje opzetten. Het meest worden ze echter gebruikt om de afgelegde afstand te meten. "Hoeveel heb jij?" hoor je vaak na een training, want velen meten hun prestatie in kilometers.
Je zou bijna vergeten dat de eerste uitbreiding van het sporthorloge het meten van de hartslag was. Bijna, want nu hartslagmeters min of meer gemeen goed zijn, zijn er steeds meer trainers die daar toch gebruik van willen maken en ook veel hardloopwebsites raden dit aan. Hoewel er zeer goede redenen zijn om op hartslag te trainen, wordt daar toch vaak te naïef mee omgegaan, bijvoorbeeld door Zoladz-zones te gebruiken voor trainingsinstructie. En dan doet een training op hartslag meer kwaad dan goed.
Lees meer: Het gebruik en misbruik van Zoladz-zones, 25-7-2016
Over de looptechniek van Old Shatterhand, 29-9-2016
Mijn trouwe lezers weten dat ik een tweede-kans-atleet ben: ik ben pas op mijn zesenveertigste begonnen met hardlopen. Sindsdien heb ik daar wel werk van gemaakt. Zo heb me onder andere verdiept in verschillende scholen in looptechniek, zoals Pose, Boverman, Bosch & Klomp en Chi-running. Voor niet-lopers lijkt dit vreemd, maar je kunt dus op verschillende manieren hardlopen. Toch is er één techniek die ik nog ken vanuit mijn jeugd: de looptechniek van Old Shatterhand. Ook Karl May had dus door dat hardlopen niet zo maar hard lopen is.
Lees meer: Over de looptechniek van Old Shatterhand, 29-9-2016
Over les in argumentatie, 30-5-2015.
Gisteren moest ik in een 4-HAVO-klas lesgeven in argumentatie. De school gebruikt hierbij de methode Nieuw Nederlands. Nu is er op die methode in z’n algemeenheid al wat aan te merken, maar op het gebied van argumentatieleer is zij wel heel erg zwak.
Deze les zouden wij “soorten redeneringen” behandelen. (Nieuw Nederlands 4/5 HAVO. Groningen, 2014. P. 190-193.) Nieuw Nederlands onderscheidt 5 verschillende soorten redenatie, namelijk gebaseerd op:
- oorzaak en gevolg
- een overeenkomst
- voorbeelden
- voor- en nadelen
- een kenmerk of eigenschap.
Een curieuze indeling, maar vanwege mijn geringe ervaring in het voortgezet onderwijs houd ik de mogelijkheid open dat dit leerlingen toch op een of andere manier helpt. De uitleg die er bij de verschillende soorten gegeven wordt, maakt het er echter niet altijd duidelijker op. Laat ik er eentje uitlichten, die op basis van voorbeelden.