Op 5 december 2011, in de trein van 15:59 van Amsterdam Arena naar Utrecht, trof de conductrice een passagier aan in de eerste klasse die wel een kaartje had, maar die het kaartje niet had afgestempeld met een datum. Volgens zijn zeggen was hij voor het instappen te druk aan het telefoneren geweest.
De conductrice constateerde natuurlijk een overtreding. Een ongestempeld kaartje is geen geldig plaatsbewijs. Het kaartje kan immers een andere dag weer als nieuw gebruikt worden. De conductrice heeft natuurlijk instructie om in dit soort gevallen een boete uit te schrijven. Als ze alleen het kaartje af zou stempelen zou het altijd lonen om het eerst maar eens zonder stempel te proberen. De conductrice bleek echter enige speelruimte hebben om die sanctie toe te passen. Kennelijk mocht zij, als zij er van overtuigd was dat de passagier te goeder trouw was, de boete achterwege laten. Maar hoe vorm je je daar als conductrice een oordeel over.
De conductrice in kwestie had een voor mij verrassende en verrassend interessante aanpak. Zij vroeg de passagier of hij nog meer kaartjes in zijn portemonnee had! Dat was natuurlijk heel plausibel. Iemand die een blanco kaartje koopt doet dat meestal omdat hij een bepaald traject regelmatig reist en hij niet iedere keer tijd wil kwijt zijn bij de kaartverkoop.