Zo sluit Karel van het Reve een bedenking bij de evolutietheorie af.* Ik heb het ook even op moeten zoeken, maar het blijkt een citaat te zijn uit een van de satiren van Horatius (I, 5 vers 100). Het wordt daar vervolgt met: “non ego.” Het betekent: “Dat mag de Jood Apella geloven, (… maar ik niet)”. Apella stond kennelijk bekend om zijn lichtgelovigheid. Waarom het van belang is te weten dat het een Jood is ontgaat mij. En het ontgaat mij helemaal waarom Van het Reve juist dit citaat gebruikt om duidelijk te maken hoezeer hij twijfelt.

Maar goed, waar twijfelt Van het Reve dan precies aan. Nou, Van het Reve twijfelt aan de evolutietheorie, omdat deze het bestaan van de miereneter niet kan verklaren.

Onlangs was er even een hypeje rond de term "Gouden Eeuw". Het Amsterdam Museum schaft de term af omdat deze een verkeerd beeld zou geven. Men gaat over op de neutrale term "zeventiende eeuw".

Nu was het was zeker niet alles goud dat er blonk in de Gouden Eeuw. Het zijn ook tranen geweest. Niettemin was er een periode van uitzonderlijke economische en culturele voorspoed. Deze periode gelijkstellen aan de zeventiende eeuw, zoals in deze discussie gebeurt, is echter niet juist en een voorbeeld van een Holland-centrisch, misschien zelfs Amsterdam-centrisch denken.

Holland beleefde zijn bloei inderdaad in het eerste deel van de zeventiende eeuw, maar al voor het rampjaar 1672 begon de boel in het slop te raken. Dat we toch over een ruime eeuw bloei kunnen spreken, zien we als we De Nederlanden van die tijd in haar geheel beschouwen. Vlaanderen, en met name Antwerpen, beleefde zijn enorme bloei tweede helft zestiende eeuw. Het economisch en cultureel zwaartepunt verschoof pas naar Holland na de val van Antwerpen in 1585, mede door de grote stroom vluchtelingen.

De Gouden Eeuw viel niet keurig samen met de zeventiende eeuw en ook niet keurig binnen de huidige landsgrenzen.

Eerder schreef ik hier een stukje over de term 'digibeet'. Vandaag las ik een neologie die aan een soortgelijk misverstand lijdt. In NRC Handelsblad stond het volgende artikel over misstanden in het slachthuis Tielt.

‘Ik moest kreupele varkens doodschieten’

Hij is dol op varkens. Maar om misstanden in een slachterij te kunnen filmen, moest hij de dieren in het Belgische Tielt zelf doodschieten.

Beelden kunnen wonderen veroorzaken. Dat merkte de klokkenluider van het Belgische Tielt. Eind maart brachten hij en dierenrechtenorganisatie Animal Rights camerabeelden naar buiten uit het slachthuis Tielt, in de gelijknamige West-Vlaamse provinciestad.

In de dagen erna meldden zich volgens Animal Rights „meer dan honderd mensen”, die zeiden per ommegaand vegetariër, flexitariër dan wel „varkentariër” – een betrekkelijk nieuwe variant – te zijn geworden. De beelden van een in doodsnood spartelend varken in een kokend ontharingsbad en van kreupele dieren die naar hun dood werden geschopt, hadden hun uitwerking niet gemist.

[...]

'Varkentariër' wordt hier dus gebruikt in de betekenis 'iemand die geen varkens eet'. Het is natuurlijk gemaakt naar analogie van het woord 'vegetariër', maar dat betekent juist 'iemand die uitsluitend planten eet'. (Vegetatie is plantengroei.) Hier wordt dus, net als bij de term digibeet, precies het tegengestelde bedoeld van wat het woord naar zijn constructie betekent.

Curieus toch weer.

Het moet meer dan 30 jaar geleden zijn dat ik bij mijn ouders thuis op de televisie een scene in een western heb gezien die mij tot op de dag van vandaag is bijgebleven. Ik was op bezoek. Mijn moeder was in de keuken bezig. Mijn vader zat achter de krant.

De held, Clint Eastwood, was met een metgezel na een spannende achtervolging ontsnapt aan een groep boeven. De metgezel was echter door een kogel geraakt in zijn schouder. Het duo komt net voordat de duisternis invalt bij een verlaten huisje aan. Clint sleept de kreunende en hevig transpirerende metgezel naar binnen en legt hem op tafel. Het is duidelijk dat de kogel verwijderd moet worden.
De schouder wordt ontbloot. Clint pakt zijn dolk een haalt het lemmet een aantal malen door een kaarsvlam. Daarna spoelt hij het af met whisky. Ten slotte spuugt hij erop, wrijft met zijn mouw het laatste vlekje weg en zet het mes in de wond.